Alyssoides utriculata
Kruisbloemenfamilie - Brassicaceae
Hommelplant, drachtplant
Een overblijvende(vaste) plant
Bloeiperiode: april-juni
Bloem: geel, bloeiwijze een tros
Blad: de onderste bladen spatelvormig en iets spits, de stengelbalden s langwerpig, toegespitst en zittend (ongesteeld)
Vrucht: doosvrucht kogelvormig en glanzend
Overige: stengels onvertakt, kantig en kaal
Hoogte: 0,2-0,5 m
 
 
 
 
Milieu en groeiplaats: droge, matig voedselrijke zwak zure tot kalkhoudende bodems. Zon.
Herkomst: Zuid-West Alpen.
Toepassing: tuinen, rotstuinen, stapelsteentuinen.
Beheer: als vaste plant beheren.
Wilde solitaire bijen: niet waargenomen, vermoedelijk een bijenplant.
Dracht: nectar en stuifmeel. Indicatie voor dracht: code Hb 4.
 
Plant
 
Blad
 
Bloeiwijze
 
Bloem
 
Vruchten
 
Hommel
 
Honingbijen