Daslook - Allium ursinum -
Narcsisfamilie- Amarylllidaceae; voorheen Lookfamilie - Alliaceae |
Bijenplant, drachtplant, hommelplant |
|
Een bolgewas |
Bloeiperiode: april-mei |
Bloem: bloem wit; bloeiwijze een schermachtig (een schijnscherm), bij volledig ontwikkelde schermen min of meer half bolvormig tot langwerpig; bloeistengel iets 3-kantig |
Blad: 1 of meestal 2 grondstandige brede bladen |
Vrucht: doosvrucht |
Hoogte: 0,2-0,35 m |
Opmerking: plant met een sterk lookgeur |
|
|
|
|
|
Milieu en groeiplaats: vochtige, matig voedselrijke, neutrale tot veelal kalkhoudende en humusrijke bodems; in hellingbossen en onder allerlei soorten loofhoutbeplantingen; beschaduwd in het voorjaar, diepe schaduw in de zomer. |
Verspreiding in Nederland: vrij zeldzaam in Zuid-Limburg en het duingebied buiten de Waddeneilanden; verder vooral een stinzenplant. |
Fauna: In tegenstelling met veel andere soorten look worden er in het algemeen weinig bijen op daslook waargenomen. |
Toepassing: kan goed in tuinen en openbaar groen worden aangeplant of uitgezaaid. Aanplanten in combinatie met uitzaaien geeft meestal het beste resultaat. |
Beheer: is in tuinen en parken een snel expanderende soort; vooral als de zaadkoppen in het betreffende plantsoen wat worden verspreid, krijgt de plant na 6 jaar (uitgaande van een pol per m²), een accentfunctie. Daslook kan op vrij donkere plekken groeien en tot dominantie komen; vraagt nauwelijks beheer. Op donkere plekken is de bodem in de zomer kaal. Daslook vormt en dicht dek van bladen, waardoor andere voorjaarsbloeiers kunnen worden verdrongen; in tuinen en parken is een bufferzone soms nodig. Wettelijk beschermd. |
Wilde solitaire bijen |
|
Tweekleurige zandbij |
Andrena bicolor |
In 2012 werd in de tuin voor het eerst in 20 jaar zeer frequent bezoek van wilde bijen waargenomen, vooral rosse metselbij |
|
Viltvlekzandbij |
Andrena nitida |
|
Witbaardzandbij |
Andrena barbilabris |
|
Groefbijen |
Lasioglossum) |
|
Rosse metselbij |
Osmia bicornis |
|
Dracht: nectar en stuifmeel. Indicatie voor dracht: code 2 en 4. Een onregelmatige drachtplant, die soms dagen achtereen of zelfs tijdens de hele bloei zeer geregeld door honingbijen kan worden bezocht. Zelf 1 x in het Arboretum van Wageningen talrijk bijenbezoek waargenomen; in 2012 ruim twee weken lang vrijwel alle dagen in de tuin op ca. 6 m daslook, maar niet talrijk. Ten opzichte van andere looksoorten die op deze website worden genoemd, wordt daslook minder frequent zowel door honingbijen als wilde bijen bezocht. |
|
Platen - (bron links: Flora Batavia Jan Kops et al.; rechts: Carl Axel Magnus Lindman: Bilder ur Nordens Flora) |
|
|
Platen - (bron links: O.W. Thomé Flora von Deutschland, Österreich und der Schweiz ; rechts: Deutschlands Flora in Abbildungen.Johann Georg Sturm) |
|
|
Bloem |
|
|
Plant |
|
|
Bollen van dasllook |
|
|
De bollen moeten in tuinen geregeld worden gerooid. Anders worden de dominant |
|
|
|
|
|
|
|
|
Een aangelegd Essen-iepenbos |
|
|
Thijssepark in Amstelveen |
|
|
Een parkstrook |
|
|
Een geluidswal met parkstrook (Meanderpark Amstelveen) |
|
|
Een parkstrook in Leeuwarden |
|
|
Fragment van een tuin onder een magnolia |
|
|
Zandbij (mannetje) |
|
|
Witbaardzandbij - Andrena barbilabris(vr) |
|
|
Witbaardzandbij - Andrena barbilabris(vr) |
|
|
Groefbij (mannetje) |
|
|
|
Rosse metselbij (mannetje) |
|
|
Rosse metselbij |
|
|
|
Honingbijen |
|
|
Honingbijen |
|
|