Chinese bieslook - Allium tuberosum -
Narcsisfamilie- Amarylllidaceae; voorheen Lookfamilie - Alliaceae |
Drachtplant, hommelplant, vlinderplant |
|
Een bolgewas |
Bloeiperiode: augustus-september |
Bloem: bloem wit, met groene strepen in het midden van de bloembladen (niet altijd even duidelijk te zien) bloeiwijze min of meer schermvormig |
Blad: bladen smal, lijnvormig en plat |
Vrucht: doosvrucht |
Plant: bloemstelen lang en dun |
Hoogte: 0,4-0,7 m |
Opmerking: Deze soort heeft geen officiële Nederlandse naam, maar wordt ook wel Chinese bieslook of knoflookbieslook genoemd. |
|
|
|
|
Milieu en groeiplaats: vochthoudende, voedselrijke bodems; zon-licht beschaduw. |
Herkomst: Zuidoost-Azië. |
Toepassing: tuinen, volkstuinen. |
Beheer: nu en dan bijmesten met compost. De plant wordt net als bieslook zowel als keukenkruid als sierplant gebruikt. Voor keukenkruid worden de bloemen vaak uitgeknipt, maar de plant kan dan niet meer als drachtplant functioneren. |
Wilde solitaire bijen: niet waargenomen. |
Dracht: nectar en bruingeel stuifmeel. Indicatie voor dracht: code 3 (5 in de buurt van een bijenvolk). |
|
Groeiwijze |
|
|
Bloeiwijze min of meer schermvormig |
|
|
Toepassing in een tuin: op die manier is het een echte drachtplant - |
|
|
Chinese bieslook in combinatie met venkel |
|
|
Honingbijen |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Honingbijen - |
|
|
Kleine vos |
|
|
Distelvlinder |
|
|
Distelvlinder |
|
|