Allium christophii (sterrenlook)
Narcsisfamilie - Amarylllidaceae; voorheen Lookfamilie - Alliaceae
Drachtplant, bijenplant, hommelplant, vlinderplant
Een bolgewas
Bloeiperiode: eind mei-begin juli
Bloem: bloemen lila en stervormig; bloeiwijze bolvormige bolvormig en zeer groot (tot ca. 30 cm Ø
Blad: basale bladen 20-40 cm; sterven af tijdens de bloei
Vrucht: doodvrucht
Hoogte: ca 0,4-0,6 m
:
 
 
 
 
 
 
Milieu en groeiplaats: matig voedselrijke tot voedselrijke, leemhoudende bodems; de bodem mag in de winter niet nat zijn.
Herkomst: Centraal Azië en Turkije
Toepassing: Tuinen en plantenbakken. Omdat het blad vrij snel afsterf, kunnen de bollen tussen andere lage planten worden uitgeplant. Door de grootte van de bloeiwijze moeten de bollen wijd uit elkaar worden geplant. (25-35 cm).
Beheer: bol kan in de zomerdroge grond blijven.
Wilde solitaire bijen
  Gewone maskerbij Hylaeus communis  
Dracht: nectar en stuifmeel. Indicatie voor dracht: code 3.
 
Allium christofii
 
Bloeiwijze (30 cm Ø)
 
Honingbij
 
Honingbij
 
Honingbij
 
Honingbij
 
Aardhommel
 
Aardhommel
 
Gewone maskerbij
 
Gewone maskerbij