Allium cernuum - Amerikaanse look
Narcsisfamilie - Amarylllidaceae; voorheen Lookfamilie - Alliaceae
|
Drachtplant, hommelplant |
|
Een bolgewas |
Bloeiperiode: juni-juli (augustus). |
Bloem: bloem lilaroze, bloemen overhangend; bloeiwijze een scherm |
Blad: min of meer vlak, tot ca. 4 mm breed, bladtop toegespitst of iets afgerond, grijsgroen en ca. 10-20 cm lang |
Vrucht: doosvrucht. |
Hoogte: 0,3-0,4 m |
|
|
|
|
|
|
|
Milieu en groeiplaats: droge bossen, rotsachtige plaatsen en prairies; in tuinen op matig voedselrijke, vrij droge tot zwak vochtige bodem; zon - licht beschaduwd. |
Herkomst: Noord-Amerika. |
Toepassing: tuinen. (gevoelig voor winternatte bodems) |
Beheer: bij teruglopen van de vitaliteit met compost bemesten. |
Wilde solitaire bijen: niet waargenomen. |
Dracht: nectar (en stuifmeel). Indicatie voor dracht: code hb 5 |
|
Groeiwijze |
|
|
Bloemen |
|
|
Honingbijen |
|
|
Honingbij |
|
|
Honingbij |
|
|
Honingbij |
|
|