Look zonder look - Alliaria petiolata -
Kruisbloemenfamilie - Brassicaceae---
Drachtplant, bijenplant, , hommelplant, vlinderplant
Een tweejarige plant
Bloeiperiode: april-juni
Bloem: bloem wit, bloeiwijze trosvormig
Blad: rozetbladen lang gesteeld en min of meer niervormig; deze verdwijnen tijdens de groei in het 2e jaar; stengelbladen zijn hartvormig, grof getand of gekarteld; blad ruikt naar look/ui bij kneuzing of wrijven
Vrucht: hauwen (vruchten) kort gesteeld en lijnvormig en ca. 3-7 cm lang
Overige: stengels niet of weinig vertakt
Hoogte: 0,50-1,1m
 
 
 
Milieu en groeiplaats: min of meer vochtige, voedselrijke zandige tot zavelige bodems; langs bosranden, in hakhoutbosjes, struwelen, houtwallen, onder hagen en in stadsplantsoenen; ook op beschaduwde bermen; licht beschaduwd.
Verspreiding in Nederland: vrij algemeen tot algemeen in het grootste gedeelte van het land.
Fauna: waardplant voor oranjetip, klein koolwitje en klein geaderd witje.
Toepassing: in hoofdzaak in bosplantsoen in openbaar groen; op plekken waar grote brandnetel talrijk, maar niet al te dicht op elkaar staat, kan de soort redelijk stand houden. In tuinen zeer reproductief, maar wel gemakkelijk onder controle te houden.
Beheer: bosbeheer, randenbeheer; te veel schaduw voorkomen.
Wilde solitaire bijen
Zandbijen - Andrena
  Goudpootzandbij A. chrysosceles Look zonder look wordt in het algemeen weinig door solitaire bijen en honingbijen bezocht
  Grasbij A. flavipes
  Viltvlekzandbij A. nitida
  Halfgladde dwerg zandbij A. semilaevis
Dracht: nectar en stuifmeel. Indicatie voor dracht: code 3.
 
Platen - (bron links: Afbeeldingen der artseny-gewassen met derzelver Nederduitsche en Latynsche beschryvingen ; rechts: Carl Axel Magnus Lindman: Bilder ur Nordens Flora)
 
Bladrozet van look zonder look
 
Een zoomvegetatie in duingebied bij Castricum
 
Een beschaduwde berm in het Wageningse Binnenveld
 
Toepassing in een park in Gouda
 
Aa-landen in Zwolle (ca. 1995)
 
Plantsoen Ede
 
Rups van Oranjetipje
 
Bloem met honingbij
 
Zandoogje