Geel duizendblad - Achillea filipendulina--
Composietenfamilie - Asteraceae |
Bijenplant, drachtplant (vlinderplant) |
|
Een overblijvende (vaste) plant |
Bloeiperiode: juni-augustus |
Bloem: bloem geel, bloeiwijze een tuil |
Blad: bladeren langwerpig 2 tot 3-voudig geveerd en van boven behaard; de onderste bladeren gesteeld; plant met korte ondergrondse uitlopers |
Vrucht: nootje |
Overige: de plant is vrij compact, de bloeistengels staan dicht bij elkaar. |
Hoogte: 1,0-1,2 m |
Opmerking: hebben een opvallende, sterke geur, maar daar is op enige afstand in de praktijk niets van te merken |
|
|
|
Milieu en groeiplaats: vochtige tot vochthoudende, min of meer voedselrijke bodems; zon. |
Herkomst: Kaukasus. |
Toepassing: tuinen, parken en openbaar groen. |
Beheer: De ergste onkruiden wieden en in het winterseizoen afmaaien en afruimen; eventueel nu en dan met compost bijmesten. |
Wilde solitaire bijen: Wordt in hoofdzaak door wilde bijen bezocht die bovengronds nestelen.
|
|
Wormkruidbij |
Colletes daviesanus |
Zijn afhankelijk van compositeen |
|
Tronkenbij |
Heriades truncorum |
|
Maskerbijen |
Hyaleus |
|
|
Grasbij |
Andrena flavipes |
|
|
Dracht: nectar en stuifmeel. Indicatie voor dracht: code 1. |
|
Bloeiwijze |
|
|
plant |
|
|
Een vaste plantenborder |
|
|
Kasteeltuin en openbare tuin |
|
|
Een openbare tuin in Roosendaal |
|
|
Roosendaal |
|
|
Achillia filipendulina met Helenium en Eupatorium purpureum |
|
|
Geel duizendblad met Eupatorium purpureum |
|
|
Geel duizendblad in het Sonsbeekpark van Arnhem |
|
|
|
|
Verlaten tuintje Op deze plek kwam wormkruidbij talrijk voor. |
|
|
|
|
Geel duizendbladin een boomspiegel met onder meer Verbena,Lavendeel en Echinaea |
|
|
Geel duizendblad gemeengd met Persicaris amplexicaule |
|
Honingbij |
|
|
Grasbij |
|
|
Grasbij |
|
|
Grasbij |
|
|
Tronkenbij |
|
|
Distelvlinder |
|
|