Zilveresdoorn - Acer saccharinum
Zeepboomfamilie - Sapindaceae: voorheen Esdoornfamilie - Aceraceae
|
Drachtplant |
|
Een boom |
Bloeiperiode: rond maart |
Bloem: groenig, groengeel, tweehuizig, soms eenhuizig, bloeiwijze een tuil, bloemen zeer kort gesteeld |
Blad: 5-lobbig en diep handvormig ingesneden, bladrand grof gezaagd tot gelobd; onderkant blad grijsgroen tot zilvergrijs en behaard, herfstkleur rood tot geel |
Vrucht: vleugels in een scherpe hoek. |
hout: schors grijsachtig tot bruingrijs; twijgen roodbruin; takken bij oudere bomen afhangend |
Hoogte: tot 25 (35) m |
|
|
|
Milieu en groeiplaats: vrij natte tot vrij droge, vrij schrale tot voedselrijke zwak zure tot neutrale niet te zware bodems; zon-tijdelijk beschaduwd. |
Herkomst: Noord-Amerika; in Nederland veel aangeplant. |
Toepassing: grotere tuinen, parken, plantsoenen, brede straten en lanen. Bij harde wind gevoelig voor takbreuk |
Beheer: eventueel snoeien in december-januari. |
Wilde solitaire bijen: niet gezien; waarschijnlijk enkele vroege zandbijen (Andrena) |
Dracht: nectar en geel stuifmeel. Indicatie voor dracht: code 3 (rwn2, rwp1). |
|
Een boom (de middelste) bij een School - |
|
|
Drie bomen in een tuin |
|
|
Fragment boom - |
|
|
Een twijg |
|
|
Bloeiwijze (voorlopige foto) |
|
|
Herfstblad |
|
|
Vruchten |
|
|
Vrucht |
|
|
Een oudere boom met hangende takken |
|
|
Herfstkleur bladen rood tot geel |
|
|