Rode esdoorn - Acer rubrum
Zeepboomfamilie - Sapindaceae: voorheen Esdoornfamilie - Aceraceae
|
Drachtplant, hommelplant |
|
Een boom |
Bloeiperiode: maart - april |
Bloem: rood, tweehuizig, bloeiwijze een kleine tros, voor de bladen verschijnend. |
Blad: bladen handvormig gelobd, herfstkleur rood/oranje rood |
Vrucht: vleugels in een scherpe hoek, vaak rood aangelopen |
hout: schors grijs, bij oudere bomen ruw en in lange platen afschilferend, twijgen roodbruin tot donkerrood, in de de jonge fase behaard |
Hoogte: tot 15 (25) m |
|
|
Milieu en groeiplaats: vochtige, matig voedselrijke tot voedselrijke, zwak zure tot neutrale bodems; niet op klei, verdraagt kalkhoudende bodems slecht; zon-tijdelijk beschaduwd. |
Herkomst: noordoostelijk Amerika. |
Toepassing: tuinen, parken. Weinig windbestendig; takken waaien relatief snel af. |
Beheer: eventueel vorm en verjongingssnoei |
Wilde solitaire bijen: niet waargenomen |
Dracht: nectar en geel stuifmeel. Indicatie voor dracht: code 3 (rwn 2, rwp 1). |
|
Boom en bloeiwijze |
|
|
Blad |
|
|