Noorse esdoorn - Acer platanoides
Zeepboomfamilie - Sapindaceae: voorheen Esdoornfamilie - Aceraceae
|
Drachtplant, bijenplant, hommelplant |
|
Een boom |
Bloeiperiode: april - mei |
Bloem: geelgroen, bloeiwijze een tuil die voor het blad verschijnt |
Blad: ongeveer glanzend lichtgroen en handlobbig, gewoonlijk 5 lobbig, herfstkleur goudgeel |
Vrucht: met horizontaal afstaande vleugels en staan meestal in een stompe hoek |
hout: schors grijsachtig, twijgen kaal en bruin |
Hoogte: tot 25,0 (30) m |
|
|
Milieu en groeiplaats: vochtige tot vrij droge, vrij schrale tot iets voedselrijke minerale, zwak zure tot neutrale bodems; onder meer in tuinen, parken, bossen braak liggende terreinen; zeer gevoelig voor natte bodems; zon tot licht beschaduwd. |
Herkomst en verspreiding in Nederland: oorspronkelijk Europa en Westelijk Azië, maar niet inheems in Nederland; thans op veel plaatsen ingeburgerd. |
Toepassing: parken, bossen, openbaar groen onder meer als straatboom, tuinen. Kan zich sterk uitzaaien en verwilderen. |
Beheer: verjongingssnoei. |
Wilde solitaire bijen |
Naar Westrich (1989) |
|
Grijze rimpelrug |
Andrena tibialis |
|
|
Viltvlekzandbij |
Andrena nitida |
|
|
Rosse metselbij |
Osmia bicornis |
|
|
Dracht: nectar en geel stuifmeel. Indicatie voor dracht: code 3-4 (rwn 4, rwp 3). |
|
Platen - (bron links: Flora Danica Georg Christian Oeder e.a.) |
|
|
Platen - (bron links:O.W. Thomé Flora von Deutschland, Österreich und der Schweiz; rechts: Carl Axel Magnus Lindman: Bilder ur Nordens Flora) |
|
|
Bloeiwijze |
|
|
Bloeiwijze |
|
|
Blad en vruchten |
|
|
straat/laanbomen - |
|
|
Fragment |
|
|