Abelia - Abelia schumannii
Kamperfoeliefamilie - Caprifoliaceae |
Drachtplant |
|
Een heester |
Bloeiperiode: juni-augustus |
Bloem: roze, bloemen klokvormig, bloeiwijze meestal alleenstaant aan zijtwijgen |
Blad: eivormig, aan de top stomp, bladrand min of meer gaaf, bovenkant blad glimmend donkergroen, onderkant lichtgroen en langs de hoofdnerf behaard |
Vrucht: een bes |
twijgen: overhangend en donkerbruin, overhangend |
Hoogte: tot ca. 1,3 m |
|
|
|
|
Milieu en groeiplaats: vochthoudende, matig voedselrijke en veelal leemhoudende, zwakzure tot neutrale bodems; bij vorst windgevoelig; zon-halfschaduw. |
Herkomst: West-China. |
Fauna: honingbijen. |
Toepassing: tuinen. |
Beheer: eventueel vorm- of verjongingssnoei. |
Wilde solitaire bijen: niet waargenomen. |
Dracht: nectar. Indicatie voor dracht: code 3. De bijen verzamelen nectar aan buitenkant van de bloem en
maken(breken bus in). |
|
Abelia schumannii |
|
|