Viooltjesfamilie - Violaceae Overzicht soorten
Kruidachtige eenjarige tot overblijvende (vaste) planten met enkelvoudige verspreide bladen.
Bloem
- bloem tweezijdig symmetrisch, bloeiwijze okselstandig, alleenstaand en langgesteeld.
- kelkbladen 5, kroonbladen 5, het onderste kroonblad met een nectar afscheidende spoor; de twee zijdelingse kroonbladen met een plukje haar aan de voet; de onderste 3 bladen vaak met een honingmerk die uit lijntjes bestaat, die naar de ingang van de bloem wijzen.
- meeldraden 5, oranje gekleurd, breed afgeplat, en aan de top met een stompe min of meer driehoekige punt die om het vruchtbeginsel aaneensluiten tot een kokertje; meeldraden aan de voet met 2 helmknoppen. Twee meeldraden scheiden aan de voet nectar af in het spoor.
- De stamper is sterk geknikt en daardoor goed beweegbaar; het verdikte einddeel van de stamper steekt iets buiten het eerder genoemde kokertje uit.
Vrucht: vruchtbeginsel bovenstandig; vrucht een doosvrucht die met 3 kleppen openspringt en op deze wijze het zaad verspreidt.
Stuifmeel: de stuifmeelkorrels zijn relatief groot, als de helmknoppen open gaan wordt het stuifmeel door het kokertje opgevangen. Als een bij op de bloem landt, wordt een gedeelte van het lichaam bevochtigd. Als de bij tegen de stijl duwt, gaat het kokertje open waar door stuifmeel naar buiten komt en blijft kleven op de vochtige plekken van het bijenlichaam. Dat wordt weer meegenomen naar een volgende bloem die dan wordt bestoven.
 
Bloemen met honingmerk: hoornviooltje links, driekleurig viooltje (cv) rechts
   
Honingspoor: bleeksporig bosviooltje links, hoornviooltje rechts
--
Soorten op deze website
Viola arvensis Akkerviooltje  
Viola cornuta Gehoornd viooltje  
Viola odorana Maartsviooltje  
Viola trocolor Driekleurig viooltje  
Viola reichenbachiana Donkersporig bosviooltje  
Viola riviniana Bleeksporig bosviooltje