Papaverfamilie - Papaveraceae |
Overzicht soorten |
In de 23e druk van de Heukels' flora zijn Papaverfamilie en Duivekervelfamilie tot een familie samengevoegd: |
Beschrijving 23e druk van de Heukels' flora |
Kruiden, met melksap.
Bladen verspreid, vaak gedeeld, zonder steunblaadjes.
Bloemen 2-slachtig, regelmatig of 2-zijdig symmetrisch. Kelkbladen 2 (of 3), vaak spoedig afvallend. Kroonbladen 4-6, soms 1 of 2 ervan met een spoor of bult. Meeldraden 4, 6 of 12-meer; indien 6, dan in 2 bundels van 3, de middelste met 2, de overige met 1 helmhokje. Vruchtbeginsel 1, bovenstandig, 1-, 2-, of onvolkomen veelhokkig. Stijl kort of ontbrekend.
Vrucht een weinig- tot veelzadige doosvrucht of een nootje. |
|
Papaverfamilie - Papaveraceae (oude indeling) |
Kruiden met meestal giftig wit of geel melksap; bladen verspreid en vaak gedeeld. |
Bloem |
- |
bloemen 2-slachtig; regelmatig (in meer dan één wijze in twee gelijke delen te verdelen). |
- |
kelkbladen 2; omsluiten de bloemen en aan het begin van de bloei meestal afvallend. |
- |
kroonbladen 4 (-6); vallen meestal binnen een dag of zelfs een halve dag af. |
- |
meeldraden 12 of talrijk; stijl kort of ontbrekend. |
|
stuifmeel wit tot zwart. |
- |
bloeiwijze meestal eindelings alleenstaand, bij stinkende gouwe in armbloemige schermen, bij pluimpapaver een pluim. |
|
Vrucht: een 1 tot veelzadige doosvrucht; vruchten openspringend onder de rand een platte schijf of een zeer korte tot zeer lange tweekleppige doosvrucht. |
Stuifmeel, nectar en bestuiving: de soorten op deze pagina hebben geen nectarklieren, maar produceren wel veel stuifmeel. Voor zaadvorming is kruisbestuiving noodzakelijk. |
|
Bloemknop grote klaproos |
Kelkbladen vallen af |
|
|
|
|
Bloem ontluikt |
Bloem |
|
|
|
|
Zaaddozen: de stampers zijn stijlloos, links grote klaproos, rechts kleine klaproos |
|
|
|
|
Zaaddoos ruige klaproos |
Zaaddoos reuzenklaproos |
|
|
|
|
Doosvrucht stekelpapaver |
Vruchtdoos gele hoornpapaver |
|
|
|
|
Blad stinkende gouwe |
Blad stekelpapaver |
|
|
|
|
Bleke klaproos |
Stinkende gouwe |
|
|
|
|
Slaapbol |
Stekelpapaver |
|
|
|
|
|
|
Boeiwijze Macleaya |
Blad Macleaya |
|
|
|
|
|
|
Duivekervelfamilie - Fumariaceae (oude indeling) |
Bloem |
Kruiden zonder melksap en fijn gedeelde of diep ingesneden bladen. |
- |
bloemen tweeslachtig en tweezijdig symmetrisch (is op één wijze in twee gelijke delen te verdelen) |
- |
kelkbladen 2, zeer klein (vaak afvallend) en de bloem niet omsluitend. |
- |
kroonbladen 4, en voor het grootste deel evenwijdig; de twee buitenste (boven en onder) groter dan de binnenste (opzij); het bovenste kroonblad met een korte (ondiepe) of een lange spoor; bloem van voren gezien met een boven- en onderlip; de twee zijdelingse kroonblad zijn met elkaar verkleefd en liggen op de stamper en meeldraden. |
- |
gedeeltelijk in twee bundels vergroeide meeldraden 4 met totaal 8 helmhokjes. |
- |
bloeiwijze trosvormig. |
|
Vrucht: een bol- tot korte peulvormige doosvrucht. |
Stuifmeel, nectar en bestuiving: de soorten op deze pagina hebben nectarklieren, maar produceren aanmerkelijk minder stuifmeel dan de soorten van de 'papaverfamilie'. Voor zaadvorming is kruisbestuiving noodzakelijk. |
Het nectarium (nectarklier) ligt in het achterste deel van spoor. Het bestuivingsmechanisme is bij verschillende geslachten verschillend.
Bij helmbloemen Corydalis) landen de grotere bijen (honingbijen, hommels en de gewone sachembij) op de buitenste kroonbladen die dan omlaag worden gedrukt, waardoor de stamper en meeldraden naar buiten komen. Tegelijkertijd wordt het stuifmeel op de buikzijde van de bij, afkomstig de vorige bloemen, overgebracht op de stamper en wordt de bij met nieuw stuifmeel bepoederd.
Bij honingbijen en hommels is de tong vaak te kort om in het honingspoor te komen. Hommels breken dan in, waardoor de nectar ook voor honingbijen beschikbaar komt e
Bij gele helmbloem (Pseudofumaria) is er een soort klapstoel mechanisme. Als de verbinding (verkleving) van de zijdelingse kroonbladen wordt verbroken klappen meeldraden en stampers omhoog en gaat de bij er onderlangs via de rugzijde van het borststuk wordt stuifmeel uitgewisseld.
|
|
|
Gele helmbloem |
Zaaddoos gele helmbloem |
|
|
|
|
Vingerhelmbloem |
Holwortel |
|
|
|
|
|
|
Gewone duivenkervel |
Rankende helmbloem |
|
|
|
- |
Soorten op deze website |
|
Papaverfamilie (oude indeling) |
|
Bleke klaproos |
Papaver dubium |
Grote klaproos |
Papaver rhoeas |
Ruige klaproos |
Papaver argemone |
Gele hoornpapaver |
Glaucium flavum |
Stinkende gouwe |
Chelidonium majus |
|
|
Tuinplanten al dan niet verwilderd en ingeburgerd |
Pluimpapaver |
Macleaya microcarpa |
Reuzenklaproos |
Papaver orientale |
Schijnpapaver |
Meconopsis cambrica |
slaapbol |
Papaver somniferum |
Slaapmutsje |
Eschscholzia californica |
Stekelpapaver |
Argemone mexicana |
|
|
Duivekervelfamilie (oude indeling) |
|
Gele helmbloem |
Pseudofumaria lutea |
gewone duivenkervel |
Fumaria officinalis |
Holwortel |
Corydalis cava |
Rankende helmbloem |
Ceratocapnos claviculata |
Vingerhelmbloem |
Corydalis solida |
|
Soorten genoemd in het Plantenvademecum (Koster, 2007) waarvan nog geen foto's met bijen of vlinders beschikbaar zijn. |
Dicranostigma leptopodum - Drakenbloem
Eenjarig: jul-aug, geeloranje; lijkt op een gele papaver. Ther, 0,5-1,0. MILIEU: vochtige voedselrijke en humushoudende bodems; zon tot lichte schaduw. VERSPR: China. FAUNA: hom, hb[np]1 |
Papaver croceum - IJslandse papaver
Tweejarig: jun-jul, geel. Hemi, 0,3-0,4. MILIEU: vrij droge tot vochtige, matig voedselrijke tot iets schrale bodems; zon-halfschaduw. VERSPR: gebieden rond de Noordpool cirkel. FAUNA: hb[p geel]1. |
|
|