Orchideeënfamilie - Orchidaceae

Overblijvende kruiden met vlezige wortelstokken of knollen en enkelvoudige bladen.
Bloem: vergroeibladig en tweezijdig symmetrisch, bloemkroonachtige bloemdekbladen 6; het onderste dekblad, de lip, vaak gespoord en veel groter dan de andere bloemdekbladen; meeldraad met stijl en stempels met elkaar vergroeit (een stempelzuil). Nectarklieren vaak in het spoor can de bloem.
Vrucht: doosvrucht met stoffijne zaden.
Nectar:
Soorten in deze database
Grote keverorchis Listera ovata  

Moeraswespeorchis

Epipactis palustris  
     
Soorten genoemd in het Plantenvademecum (Koster, 2007) waarvan nog geen foto's met bijen of vlinders beschikbaar zijn.
Dactylorhiza incarnata - Vleeskleurige orchis
Vaste plant: mei-jun, paars tot rozeachtig. Geof, wortelstok, 0,2-0,6. MILIEU: natte, schrale, kalkhoudende zandgrond soms ook op zwakke zure bodems; voornamelijk in duinvalleien; zon. VERSPR.nl: vrij zeldzaam op de Waddeneilanden; elders aanzienlijk zeldzamer. FAUNA: hb.
Dactylorhiza maculata - Gevlekte orchis
Vaste plant: jun-jul, lichtpurper ongeveer de kleur van pinksterbloem tot bijna witachtig e met donkere purper vlekjes. Geof, wortelstok, 0,2-0,6. MILIEU: natte tot zeer vochtige, zure, voedselarme, zandige en venige bodems; op heidevelden, in schraalgraslanden en op grazige plaatsen in de duinen; verder in weg- en spoorbermen en op allerlei sloot- en greppelkantjes; zonnig. VERSPR.nl: vrij zeldzaam. FAUNA: hb. TOEPAS: tuin. BEHEER: wettelijk beschermd.
Dactylorhiza majalis praetermissa - Rietorchis
Vaste plant: jun-jul, paarsrood; middelste bladen 4-5 maal zo lang als breed en al dan niet gevlekt. Geof, wortelstok, 0,3-0,8. MILIEU: natte tot vochtige, iets voedselarme tot matig voedselrijke, zandige tot kleiige bodems en op veengronden; in gras- en rietlanden, weg-, spoor- en kanaalbermen, kleiputten, in spoorweggreppels op spoorwegemplacementen en op opgespoten terreinen; zon-tb. VERSPR.nl: vrij zeldzaam, plaatselijk soms algemeen. FAUNA: hb. TOEPAS: tuin. BEHEER: eenmaal per jaar, na zaadrijping in augustus maaien (in stedelijk gebied soms half juli en oktober). Als de bodem door verschraling te voedselarm wordt, kan de soort verdwijnen, eventueel dan zeer licht bemesten met minimaal twee jaar oude stalmest. Wettelijk beschermd.
Dactylorhiza majalis s. majalis - Brede orchis
Vaste plant: mei-jun, donkerpurper; middelste bladen 3-4 maal zo lang als breed en al dan niet gevlekt. Geof, wortelstok, 0,2-0,5. MILIEU: natte tot vochtige, iets voedselarme tot matig voedselrijke, zandige tot kleiige bodems en op veengrond; in graslanden, duin­valleien, en natte grazige plaatsen in stads- en recreatieparken; staat iets schraler dan rietorchis; zon-tb. VERSPR.nl: minder algemeen. FAUNA: hb. TOEPAS: tuin. BEHEER: kan doorgaans wat eerder worden gemaaid dan rietorchis; men moet er op bedacht zijn de soort samen met Rietorchis kan voorkomen; in dat geval later maaien; is in verschillende stadsparken door middel van het uitleggen van vers maaisel afkomstig van natuurterreinen uitgezaaid; op de plaatsen waar de soort zich heeft ontwikkeld heeft hij de neiging om zich uit te breiden. Wettelijk beschermd.