Geraniaceae Geraniumfamilie
Meestal kruidachtige planten met gelobde of gedeelde bladen. BLOEM: 5-tallig, meeldraden meestal in 2 kransen van 5, sommige daarvan kunnen onvruchtbaar zijn, stempels 5, blw. een al dan niet wijd vertakt okselstandig bijscherm, soms zo wijd vertakt dat de bloeiwijze moeilijk te herkennen is. VRUCHT: lang gesnavelde splitvrucht. NECTAR: bij het geslacht Geranium aan voet van de binnenste krans meeldraden. OPMERK: geranium heeft handvorming gelobde bladen, Erodium veervormig gelobd of samengesteld bladen. De planten van deze familie groeien in het algemeen in min of meer vochtige, matige voedselrijke zandige (inclusief zandige klei), lemige bodem en zijn min of meer schaduwtolerant. Geraniumsoorten kruisen onderling vrij gemakkelijk indien men verschillende geraniums bij elkaar plant dan deskundige of een handboek raadplegen
Soorten in deze database
Erodium cicutarium Reigersbek  
Geranium c.v. Ann Folkard    
Geranium endressii Roze ooievaarsbek  
Geranium macrorrhizum Rotsooievaarsbek  
Geranium nodizum Knopige ooievaarsbek  
Geranium phaeum Donkere ooievaarsbek  
Geranium pratense Beemdooievaarsbek  
Geranium pyrenaicum Bermooievaarsbek  
Geranium renardii    
Geranium 'Rozanne'    
Geranium roberianum Robertskruid  
Geranium sanguineum Bloedooievaardsbek  
Geranium syvacicum Bosooirvaarsbek  
Pelargonium radens Geranium  
Pelargonium tomentosum Geranium  
Pelargonium zonale Geranium  
Soorten genoemd in het Plantenvademecum (Koster, 2007) waarvan nog geen foto's met bijen of vlinders beschikbaar zijn.
Geranium x cantabrigiense
Vaste plant: jun-jul, roze, een compact groenblijvende plant met basale aromatische bladen, bastaard (G. dalmaticum x G. macrorrhizum). Hemi, 0,25-0,5, b1/1. MILIEU: min of meer vochtige, matig voedselrijke bodems; licht beschaduwd-zonnig. VERSPR: bastaard van G. dalmatium en G. macrorrhizum veel in tuinen aangeplant; tegeltuinen. FAUNA: hb[np]3.
Geranium x oxonianum
Vaste plant: jun-aug, roze. Hemi, 0,4-0,7; 2/3. MILIEU: min of meer vochtige, matig voedselrijke en bodems; halfschaduw. VERSPR: Bastaard van G. endressii en G. vesicolor. FAUNA: hom, hb. TOEPAS: zint - geur (blad). OPMERK: een krachtige bodembedekker
Geranium clarkei
Vaste plant: jun-aug, violet-paarsachtig tot roze; 5-7-lobbig diep ingesneden handvormig blad. Hemi, 0,3-0,45. MILIEU: min of meer vochtige matig voedselrijke bodems; zonnig-licht beschaduwd. VERSPR: India, Kasjmir. FAUNA: hb[1]; heeft de neiging om te gaan woekeren
Geranium platypetalum
Vaste plant: jun-aug, violet; blad rondlobbig en met klierachtige behaarde stengels. Hemi, 0,4-0,7; 1/1. MILIEU: vochtige, matig voedselrijke bodems; zon-halfschaduw. VERSPR: Kaukasus, aangrenzend Turkije en Iran. FAUNA: vlin, w.bij, hom, hb[np]3
Geranium pylzowianum
Vaste plant: mei-jun, donkerroze. Hemi/Geof, 0,15-0,35. MILIEU: min of meer vochtige, matige voedselrijke zandige (inclusief zandige klei) en lemige bodems; zon-tb. VERSPR: West-China. FAUNA: vlin, w.bij, hom, hb[np]3.
Geranium wlassovianum
Vaste plant: jul-aug, paars; stengels met klierharen bedekt. Hemi, 0,3-0,5, b2/1, liggende tot opgaande stengels. MILIEU: iets vochtige, matig voedselrijke, niet te zware minerale bodems; zon-tb. VERSPR: oostelijk Azië en Rusland. FAUNA: hb[np]3.