| Anjerfamilie - Caryophyllaceae |
Overzicht soorten |
| Kruidachtige planten met kruisgewijs tegenoverstaande, enkelvoudige bladen en een duidelijk geleden stengel; bloemkroon losbladige, de kelk los of vergroeidbladig. Bij enkele soorten zijn de bladen afwisselend. |
| Bloem |
| - |
Bloem: gewoonlijk 5 kelk- en kroonbladen; kroonbladen aan de top vaak ingesneden of uitgerand. |
| - |
Meeldraden (4)5-(8)10, gewoonlijk in 2 kransen van 4 of 5; een deel van de meeldraden is vaak slecht ontwikkeld. |
| - |
Stamper: vruchtbeginsel bovenstandig met 1tot 5 stijlen of 1-3 zittende stempels. |
| - |
Bloeiwijze arm- tot veelbloemig, ijl tot vrij massief; meestal in een gevorkt bijscherm , vaak verenigd ineen tros- of pluimachtige bloeiwijze. Vooral bij een compacte bloeiwijze is de structuur van een bijscherm niet gemakkelijk te herkennen. |
| - |
Nectariën: bij sommige soorten gering tot matig. |
|
| Vrucht: een eenhokkige doosvrucht met een centrale zaaddrager; meestal veelzadige met 6-10 kleppen (tanden) openspingende doosvrucht; in enkele gevallen een bes. De doosvrucht opent zicht bij rijpheid met aan de top. |
| |
| Schema van een gevorkt bijscherm: de hoofdstengel eindig in een bloem; daaronder ontspringen zijtakken die ook weer in een bloem eindigen. Vaak herhaalt zich dat een aantal keren. De nummers corresponderen met onderstaande foto. |
 |
 |
| |
| Enkele voorbeelden (Voor Nederlandse of wetenschappelijk namen zie overzicht) |
| Zeepkruid |
Dagkoekoeksblkoem |
 |
 |
| |
|
| Steenanjes |
Grote muur |
 |
 |
|
| -- |
| Soorten op deze website |
| Dianthus barbathus |
Duizendschoon |
| Dianthus deltoides |
Steenanjer |
| Gypsophyla paniculata |
Bruidssluier |
| Saponaria officinalos |
Zeepkruid |
| Stellaria Holostea |
Grote muur |
| Silene dioica |
Dagkoekoeksbloem |
| Silene flos-cuculi |
Echte koekoeksbloem |
|
| Soorten genoemd in het Plantenvademecum (Koster, 2007) waarvan nog geen foto's met bijen of vlinders beschikbaar zijn. |
Dianthus carthusianorum - Kartuizer anjer
Vaste plant: jun-aug, rood; een grasachtige plant. Hemi, 0,3-0,5. MILIEU: vrij droge, voedselarme, niet zure tot zwak kalkhoudende bodems; zon. VERSPR.nl: Zuid- en Midden-Europa in Nederland vroeger op grazige plaatsen in het; tegenwoordig hier en daar ingezaaid en mogelijk verwilderd. FAUNA: vlin, w.bij. |
Stellaria graminea - Grasmuur
Vaste plant: mei-aug, wit. Hemi, 0,1-0,8. MILIEU: (zeer) vochtige tot droge, maar vochthoudende, matig voedselrijke bodems, en op zandgrond een humushoudende bodems; vaak op plaatsen met een sterk wisselende waterstand en veelal in grazige vegetaties in wegbermen en greppels, langs sloten en vijvers; zon-halfschaduw. VERSPR.nl: met uitzondering van zeekleigebieden en IJsselmeerpolders algemeen. FAUNA: w.bij, hb[np]1 |
| |