Maïs - Zea Mays
Grassenfamilie - Poaceae--- |
Drachtplant |
|
Een eenjarige plant |
Bloeiperiode: juli-augustus |
Bloem: eenslachtig: mannelijke bloeiwijze aan de top van de plant, aarvormige bloeiwijzen die min of meer trosvormig zijn gerangschikt; vrouwelijke bloeiwijze in de oksels van de middelste bladen; vruchtbeginsels talrijk en om een centrale as geplaatst; stijlen draadvormig en zeer lang (15-30 cm) |
Blad: 5-12 cm breed bladen en tot ca. 1 m lang |
Vrucht: een kolf (maïskolven) |
Hoogte: 1,5-3 (4m) |
|
|
|
|
Milieu en standplaats: op voedselrijke tot zeer voedselrijke vochtige bodems. |
Afkomstig uit Zuid-Amerika: in Nederland een zeer veel voorkomend landbouwgewas. |
Toepassing: cultuurgewas; zowel cultivars die als landbouwgewas worden gebruikt als siermaïs worden in ook in tuinen en op volkstuinen uitgezaaid. Maiskolven worden ook voor consumptie gebruikt. |
Beheer: wordt voor veevoer geteeld of zwaar (over)bemeste grond. |
Wilde solitaire bijen: niet waargenomen |
Dracht: geel stuifmeel. Indicatie voor dracht: code Hb 5 als bijenvolken in de naaste omgeving voorkomen. Maïs is een windbestuiver; de pollen zeer groot en relatief zwaar. Lange tijd dacht men dat honingbijen niet alleen van maïspollen zouden kunnen leven. In principe bevat maïsstuifmeel alle noodzakelijke eiwitten; maar honingbijen die uitsluitend dit stuifmeel verzamelen leven korter.
Lees meer |
|
|
Plant en mannelijke bloeiwijze (rechts) |
|
|
Vrouwelijke bloeiwijze |
|
|
|
|
|
Een maïsveld op de Emminkhuizerberg |
|
|
Fragment |
|
|
Fragment |
|
|
Bijenvolken bij een maïsveld in Zuidelijk Groningen (2001) |
|
Hensels (1981) geeft al aan dat maïs in landbouwstreken een positieve bijdrage levert aan de ontwikkeling van de winterbijen. Maar het algemene idee is dat het stuifmeel van maïs minder voedingswaarde heeft. Van alleen maïs kan een honingbij niet leven. Onderzoek heeft nu aangetoond dat dit wel het geval is. Maar uit het onderstaande artikel is af te leiden dat bijen die alleen maïsstuifmeel verzamelen gemiddeld 6 dagen korter leven. Zie Blaquière en van Dooremalen (2013). Bijen en maïsstuifmeel. Bijenhouden 7(5): 14-15. Als 6 dagen betrekking hebben op de winterbijen die ca. 5 maanden leven is dat ca. 4% van de totale levensduur. Als bijenvolken in de omgeving van maïsvelden staan en er weinig andere stuifmeelbronnen binnen vliegbereik voorkomen, wordt het maïs druk door honingbijen bezocht. |
|
Honingbijen |
|
|
Honingbij |
|
|
Honingbij |
|
|
Honingbij |
|
|
Honingbij |
|
|
Honingbij |
|
|
Honingbij |
|
|
Honingbij |
|
|
Honingbij |
|
|
Honingbij |
|
|
Honingbij |
|
|
Honingbij |
|
|
Honingbij |
|
|
Honingbij |
|
|