Waldsteinia ternata
Rozenfamilie - Rosaceae |
Bijenplant, (hommelplant) (drachtplant) |
|
Overblijvende (vaste), kruipende, groenblijvende, bodembedekkende plant. |
Bloeiperiode: april-mei (juni). |
Bloem: geel, bloeiwijze een los bijscherm. |
Blad: langgesteeld, driedelig en grof gekarteld. |
Hoogte: 0,1-0,2 m. |
Opmerking: is een snelgroeiende plant. |
|
|
|
|
|
|
|
|
Milieu: vochtige, humushoudende, matig voedselrijke bodems; half schaduw-beschaduwd, zonnig. Groeit ook in de volle zon, maar wordt dan wel droogte en bomengevoelig. |
Herkomst: Midden- en Zuid-Europa, Siberië, China, Japan. |
Toepassing: tuinen onder niet te donkere heesters, rotstuinen, openbaar groen. |
Beheer: vooral op zandgrond kan de bloei snel afnemen; bemesting met compost of opnieuw aanplanten kan de bloei weer bevorderen; de is bodembedekkend, maar niet "onkruid"werend. Gesloten vegetaties remmen wel een. of tweejarige onkruiden af, maar zeker geen overblijvende soorten als zevenblad, kweek en heermoes. De bladen kunnen in de winter verstikken onder afgevallen blad van bomen en heesters. Het blad moet dus worden afgeharkt. |
Wilde solitaire bijen: |
Zandbijen - Andrena |
|
Gewone dwergzandbij |
A. minutula |
|
|
Grasbij |
A. flavipes |
|
|
Tweekleurige zandbij |
A. bicolor |
|
|
Witbaardzandbij |
A. barbilabris |
|
Overige bijen |
|
Gewone geurgroefbij |
Lasioglossum calceatum |
|
|
Dracht: nectar en stuifmeel. Indicatie voor dracht: code Hb1 (dichtbij een bijenstal 3). zowel honingbijen als wilde zijn weinig waargenomen. Als het alleen om de bijen gaat, kunnen er beter andere planten worden toegepast. |
|
Fragment plant |
Terug |
|
|
Bloem en blad |
Terug |
|
|
Waldsteinia ternata groeit hier in een tuin in de Ardenne in de volle zon! |
Terug |
|
|
Grasbij (vr) (Andrena flavipes) |
Terug |
|
|
Grasbij (vr) |
Terug |
|
|
Grasbij (vr) |
Terug |
|
|
Grasbij (vr) |
Terug |
|
|
Grasbij (vr) |
Terug |
|
|
Een groefbij (Lasioglossum) |
Terug |
|
|
Een groefbij (Lasioglossum) |
Terug |
|
|
Een groefbij (Lasioglossum) |
Terug |
|
|