Stijve wikke - Vicia tenuifolia-Vlinderbloemenfamilie - Fabaceae |
Bijenplant, hommelplant, drachtplant, vlinderplant |
|
Een overblijvende (vaste) plant |
Bloeiperiode: juni |
Bloem: bloem lila-paars de zwaarden vaak aanzienlijk lichter, de plaat van de vlag is ongeveer dubbel zo lang als de nagel; bloeiwijze een okselstandige tros |
Blad: geveerd |
Vrucht: een peul |
Overige: De stengels groeien stijf omhoog en zijn met ranken aan elkaar verbonden. Als een deel van de begroeiing met stijve wikke wordt bewogen, bewegen een groot deel van de andere stengels ook mee. |
Hoogte: 0,65-1,0 m hoog |
|
|
|
Milieu en groeiplaats: zomerdroge matig voedselrijke bodems; Tussen 1980-1990 voornamelijk langs spoorbermen, later ook meer in wegbermen, en uitgezaaid in stedelijk gebied; zon. |
Verspreiding in Nederland: voor 1980 vaak over het hoofd gezien en daardoor zeer zeldzaam; sinds 1987 vrij zeldzaam in Midden- en Zuid-Limburg; elders zeldzamer; thans ook geregeld, al dan niet ingezaaid, in het stedelijk gebied. |
Toepassing: wordt of werd ook in stadsbermen ingezaaid |
Beheer: Kan in principe na de zaadrijping (juli) worden gemaaid; of dit wenselijk is hangt van de andere soorten af. |
Wilde solitaire bijen: langhoornbijen (Eucera); metselbijen (Osmia claviventris). |
Dracht: nectar (en stuifmeel?). Indicatie voor dracht: code 3 |
|
Plaat en plant stijve wikke - (bron plaat: Deutschlands Flora in Abbildungen.Johann Georg Sturm) |
Terug |
|
|
Bloeiwijze en bloem stijve wikke |
Terug |
|
|
Fragment vegetatie bij Emkinkhuiserberg (bij Veenendaal) |
Terug |
|
|
Stijve wikke in een wegberm in Frankrijk |
Terug |
|
|
Een langhoornbij en een metselbij (Osmia claviventris) op tere wikke |
Terug |
|
|
Koninginnepage op stijve wikke |
Terug |
|
|