Ulex Europaeus -- Gaspeldoorn
Fabaceae Vlinderbloememfamilie
Bijenplant, hommelplant, drachtplant.
Een een "groenblijvende" heester
Bloeiperiode: maart-mei (Hoofdbloei) bloeit, maar bloeit buiten de vorstperiode vaak het hele jaar door.
Bloem: dooier geel, met een okselstandig bloeiwijze;
Blad: kort priemvorming met een harde scherpe stekelpunt
Vrucht: een peul
Hoogte: 1,8- (3,0) m
Opmerking: bovengronds niet geheel winterhard
 
 
 
 
Milieu en groeiplaats: droge, schrale zandige tot lemige bodems; op heideterreinen, open bossen met veel lichtinval, weg- en spoorbermen en -taluds; volle zon-tijdelijk beschaduwd.
Verspreiding in Nederland: In Europa ligt het zwaartepunt van het verspreidingsgebied in het Atlantische gedeelte van het continent en komt daar in de zuidelijke gedeelten op veel plaatsen tot dominantie. In Nederland vrij zeldzaam, maar plaatselijk vrij algemeen op de zandgronden in het binnenland, maar niet in Drenthe. Komt lokaal tot dominantie.
Toepassing: in hoofdzaak in natuur tuinen en botanische tuinen, soms in openbaar groen.
Beheer: de struiken degraderen relatief snel. In geschikte milieus zaaien ze zich uit en ontstaan er nieuwe struiken of struwelen; op spoorwegdijken, spoor- en wegbermen werd verjonging in stand gehouden door al dan niet opzettelijke spoorbermbranden. Kan bovengronds op de wind bevriezen, maar loopt in het voorjaar weer gewoon uit. Dit wijst er op dat ze ook door een zeer extensief maaibeheer in stand kunnen worden gehouden.
Wilde solitaire bijen:
  Grasbij Andrena flavipes  
  Geelstaartklaverzandbij Andrena wilkella (Westrich, 1989)
Dracht: bruinoranjeachtig stuifmeel. Indicatie voor dracht: code 3-5. Bij een temperatuur van ca 8° C verzamelen honingbijen ook in de winter stuifmeel.
Opmerking - Gaspeldoorn heeft voor Nederland een nog onbekend invasief karakter. De ervaringen vanaf 1980 bij elkaar opgeteld. Lijkt die zich het beste op open min of meer gestoorde grond te ontwikkel. Eenmaal gevestigd kan deze plant decennia lang standhouden. De populatie bij het Hazenpad (langs de A12) bij Ede houdt al ca. een halve eeuw stand. Minder dominant komt gaspeldoorn voor aan de spoorlijn Ede-Arnhem. Op Vlieland is deze uitzonderlijk stekelige struik plaatselijk dominant op mechanische gestoorde gronden. Langs het dorp aan de duinrand, de trap naar de vuurtoren op het industrie gebied van het eiland. Dit wijst ook op het invasieve vermogen van deze soort. Zolang dit geen Zuid-Europese vormen begint te krijgen, is deze plant een aanwinst voor de Nederlandse flora. In sommige gebieden moet deze plant worden gemonitord. Vooral in gebieden die door grote grazers worden begraasd. Dit gaat lokaal ook met mechanische storing gepaard. De vraag is hoe gaspeldoorn daarop reageert. Op Vlieland lijkt het er op dat Gaspeldoorn in hetzelfde milieu "verwilderd" als rimpelroos. De vraag is wat dat op lange termijn voor het duingebied kan betekenen.
 
 
Platen gaspeldoorn - Ulex europaeus - (bron links:Flora Batava, Jan Kops et al.; rechts: O.W. Thomé Flora von Deutschland, Österreich und der Schweiz)
 
 
 
 
 
Hazenpad bij Ede langs de A12
 
Spoorweginsnijding Ede
 
Bosrand Ede langs de insnijding van het spoor
 
Gaspeldoorn met rimpelroos 1
 
Gaspeldoorn met rimpelroos
g
Duinrand Vlieland
 
Waterzuivering Vlieland
 
Detail Gaspeldoorn
 
Gaspeldoorn met grasbij (Andrena flavipes)
 
Met honingbij met oranje-bruinachtig stuifmeel
 
Deze foto is gemaakt op Vlieland 18 december 2016 ca. 12 uur.T ca. 8° C
 
Honingbij met stuifmeel
 
Honingbij
 
Honingbij
 
Honingbij
 
Honingbij
 
Met aardhommel
 
Vlieland 7 februari 2015
 
Vlieland 7 februari 2015
 
Vlieland 7 februari 2015
 
Vlieland 7 februari 2015
 
Vuurtoren Vlieland op 18 december 2016 ca. 12 uur.T ca. 8° C, Tientallen honingbijen verzamelden hier stuifmeel