Echte tijm - Thymus vulgare
Lipbloemenfamilie - Lamiaceae |
Bijenplant, hommelplant, drachtplant, vlinderplant |
|
Een dwergheester |
Bloeiperiode: mei-juni |
Bloem: lila, bloeiwijze een hoofdjesachtige schijnkrans |
Blad: klein en ongesteeld, met omgerolde rand; onderkant kort viltig behaard |
Vrucht: een splitvrucht |
Hoogte: tot 0,25 m |
|
|
|
|
|
|
|
Milieu: min of meer droge, schrale, kalkhoudende humeuze bodems; zon. |
Herkomst: een keukenkruid uit Zuid-Europa en het mediterrane gebied |
Toepassing: tuinen, kruidentuinen, hofjes, kloostertuinen, botanische tuinen, tegeltuinen, plantenbakken. |
Beheer: de plant is in het algemeen niet langlevend; door na de bloei de plant sterk terug te snoeien blijft de plant een lange tijd vitaal en compact. oudere, niet gesnoeide planten vallen na enkele jaren uiteen. |
Wilde solitaire bijen: niet geregistreerd. |
Dracht: nectar. Indicatie voor dracht: code 3-5 (in tuinen). |
|
PLaat Echte tijm - Thymus vulgare (Bron: Franz Eugen Köhler, Köhler's Medizinal-Pflanzen) |
|
|
Bloeiwijze Echte tijm - Thymus vulgare |
|
|
Een berghelling in Zuid-Frankrijk met Echte tijm - Thymus vulgare |
|
|
Echte tijm in botanische tuin |
|
|
Fragment echte tijm |
|
|
Honingbij |
|
|
Honingbij |
|
|
Een hooibeestje op echte tijm |
|
|