Kruiptijm - Thymus praecox
Lipbloemenfamilie - Lamiaceae |
|
|
|
Plant |
Blad |
|
|
Bijenplant, hommelplant, drachtplant, vlinderplant. |
Kruiptijm is een overblijvende (vaste) plant die in de periode van juni - juli bloeit. |
Kenmerken: bloem paars, bloeiwijze een hoofdje; bladeren van boven behaard; stengels rondom behaard, iets houtig en kruipend; 0,05-0,1 m lang |
Milieu: droge tot iets vochtige, schrale, kalkhoudende bodems; op grazige plaatsen; zon. |
Verspreiding in Nederland: Zuid-Europa. Ooit ook in Zuid-Limburg. |
Toepassing: tuinen, tegeltuien. |
Beheer: in grasland (heemtuinen) maximaal 1 x per jaar in september maaien; verder als vaste plant beheren. |
Wilde solitaire bijen: onder meer behangersbijen (Megachile versicolor). |
Dracht: nectar en stuifmeel. Indicatie voor dracht: code 3. |
|
Plant is matvormig |
|
|
Blad |
|
|