Gewone smeerwortel - Symphytum officinale--
Ruwbladigenfamilie - Borginaceae- |
Bijenplant, hommelplant, drachtplant. |
|
Een overblijvende (vaste) plant |
Bloeiperiode: april-september |
Bloem: wit tot paars; bloemkroon buisvormig, helmknopen ingesloten; bloeiwijze een schicht (zie afb. hiernaast) |
Blad: onderste bladeren eirond tot langwerpig en ongesteeld; bovenste langwerpig en gesteeld. |
Vrucht: een splitvruchtl aanvankelijk geel, later zwart. |
Plant: ruw behaard. |
Hoogte: 03,-1,0 m |
Opmerking: planten met een diepe penwortel van 0,5-1,0 m. |
|
Milieu & groeiplaats: natte tot vochtige, voedselrijke tot zeer voedselrijke bodems; in graslanden, ruigten, bossen, bermen, op dijken, langs oevers en in natte bossen en struwelen; zon-licht beschaduwd. |
Verspreiding in Nederland: algemeen. |
Toepassing: wordt ook als tuinplant verkocht; kunnen grote bossige planten worden die, indien solitair aangeplant, snel uiteenvallen. Wordt in de volle grond vaak een dweill van een plant met meer dan 1m hoge stengels die vrij snel omvallen; gewone smeerwortel kan het beste in grasland of tussen andere planten worden uitgezaaid of eventueel aangeplant; wortelconcurrentie houdt de plant gedrongen. |
Beheer: grazige vegetaties waarin smeerwortel voorkomt worden doorgaans, afhankelijk van de bodemvochtigheid, een- of tweemaal per jaar gemaaid; in ruigten kan minder worden gemaaid. Voor de gewone sachembij is eind mei een veilige maaidatum. Vegetaties met deze soorten worden gewoonlijk 2 x per jaar gemaaid. |
Wilde solitaire bijen: |
|
Gewone sachembij |
Anthophora plumipes |
|
|
Rosse metselbij |
Osmia bicornis |
|
|
Dracht: nectar en stuifmeel. Indicatie voor dracht: code 3. Hommels breken bij deze plant in door een gat in de bloembuis te bijten, daar maken honingbijen en wilde bijen maken daar ook gebruik van. De gaten zijn te herkennen aan de bruine (rottende rand) |
|
Gewone smeerwortel - (bron: O.W.Thomé Flora von Deutschland, Österreich und der Schweiz) |
|
|
Gewone smeerwortel - (bron Franz Eugen Köhler, Köhler's Medizinal-Pflanzen) |
|
|
Gewone smeerwortel: de uitgebeten gaten zijn duidelijk te zien |
|
|
De vierdelige, onrijpe split vrucht |
|
|
Waterkanten zijn geschikte plaatsen voor gewone smeerwortel |
|
|
Waterkanten zijn geschikte plaatsen voor gewone smeerwortel |
|
|
Een polderdijk |
|
|
Een natte berm |
|
|
Aardhommel maakt hier gebruik van een bestaand gat. |
|
|
Als er veel hommels voorkomen zijn de meeste bloemen beschadigd |
|
|
Bloembuis met gat |
|
|
Rosse metselbij maakt gebruik van het hommelgaatje |
|
|
Rosse metselbij |
|
|
Rosse metselbij |
|
|
Een honingbij maakt gebruik van het hommelgaatje |
|
|