Symphytum grandiflorum
Ruwbladigenfamilie - Borginaceae--- |
Bijenplant, hommelplant. drachtplant. |
|
Een overblijvende (vaste) plant |
Bloeiperiode: maart-mei |
Bloem: bleekgeel, bloemkroon buisvormig, helmknoppen ingesloten |
Blad: eirond tot langwerpig |
Vrucht: een splitvrucht |
Overige: |
Hoogte/lengte: 0,3-0,4 |
Opmerking: plant kruipend en bodembedekkend |
|
|
|
|
|
|
Milieu en groeiplaats: vochtige tot vochthoudende, matig voedselrijke bodems; beschaduwd-halfschaduw. |
Herkomst: Georgië en aangrenzend Turkije. |
Toepassing: tuinen, parken, beplantingen in openbaar groen, boomspiegels, tegel en geveltuinen. Groeit voor kleine tuinen vaak te hard, andere lage planten worden dan overgroeid. |
Beheer: is zeer bodembedekkend; onder beplanting vooral licht regelen; verder nalopen op concurrentiekrachtige onkruiden; wordt in het volle licht in een aantal jaren wel overwoekerd door andere planten of wordt door vergrassing sterk terug gedrongen. |
Wilde solitaire bijen: |
|
Gewone sachembij |
Anthophora plumipes |
|
|
Rosse metselbij |
Osmia bicornis |
|
|
Dracht: nectar en wit stuifmeel (Code Hb1-Hb4). Vooral als deze smeerwortel talrijk op korte afstand van bijenvolken staat, kan deze druk door honingbijen worden bezocht. Bijen kunnen dan ook talrijk inbreken. Ze bijen de gaatjes zelf boven in de bloembuis. Sachembijen lijken geen last van deze bijen hebben. |
|
Bloeiwijze --- |
|
|
Bloeiwijze van opzij |
|
|
Geluidswal Gouda-Noord |
|
|
Nijkerk: op deze plek kwam de gewone sachembij talrijk voor |
|
|
Een boerentuin te Nijkerkerveen |
|
|
Boomspiegel |
|
|
Sachembij- |
|
|
Sachembij |
|
|
Sachembij |
|
|
Honingbijen breken in |
|
|
Honingbijen breken in |
|
|
Honingbijen breken in |
|
|
Honingbijen breken in |
|
|
Honingbijen verzamelen stuifmeel |
|
|
Honingbijen verzamelen stuifmeel |
|
|