Vogelmuur - Stellaria media
Caryophyllaceae Anjerfamilie |
Bijenplant, Drachtplant |
|
Een eenjarige plant |
Bloeiperiode: buiten de vorstperiode het hele jaar |
Bloem: wit; kroonbladen diep 2-delig en iets langer dan de kelkbladen; bloemstelen klierachtig behaard |
Blad: bladen eirond tot elliptisch en aan de top toegespitst; bladen aan de top van de stengel ongesteeld |
Vrucht: een doosvrucht |
Overige: grotere planten met liggende stengels |
Hoogte/lengte: 0,1-0,3 (0,4) m |
De plant kan korte tijd zeer gesloten vegetaties vormen. |
|
|
|
Milieu en groeiplaats: alle open, vochtige tot droge, vaak zeer voedselrijke zand- en kleigronden en op venige bodems; onder meer in stadsplantsoenen, boomspiegels (veelal als gevolg van hondenuitlaat bemest), in goten, op plaveisel tegen de huizen en op allerlei pas opengewerkte braakliggende grond; zon-licht beschaduwd. |
Verspreiding in Nederland: zeer algemeen. |
Toepassing: niet van toepassing |
Beheer: indien gewenst bodem openhouden. |
Wilde solitaire bijen: |
|
Gewone geurgroefbij |
Lasioglossum calceatum |
|
|
Dracht: nectar en witachtig stuifmeel. Indicatie voor dracht: code 3. |
|
Platen - (bron: Flora Batavia Jan Kops et al.) |
|
|
Bloem en bloeiwijze |
|
|
Bloeiwijze |
|
|
Honingbij |
|
|
Honingbij |
|
|
Honingbij |
|
|
Honingbij |
|
|
Honingbij |
|
|
Honingbij |
|
|