Pimpernoot - Staphylea pinnata
Pimpernootfamilie - Staphyleaceae |
Hommelplant, drachtplant |
|
Een heester |
Bloeiperiode: mei - juni |
Bloem: wit, 5-tallig; bloeiwijze een hangende armbloemige pluim |
Blad: rie- tot zeventallig geveerde bladen, bladrand scherp gezaagd, onderkant blad blauwgroen |
Vrucht: een vliezige doosvrucht, rond en tot 3,5 cm lang |
Hoogte: tot ca. 5 m |
|
|
|
|
|
|
Kenmerken: bloem ; ; d; hoog. |
Milieu: vochthoudende, zwak zure tot licht kalkhoudende, matig voedselrijke, lemige bodems; zon- licht beschaduwd |
Herkomst: Midden- en Zuid-Europa aangeplant en plaatselijk verwilderd. |
Toepassing: tuinen, parken, openbaar groen. |
Beheer: eventueel verjongindssnoei. |
Wilde solitaire bijen: niet waargenomen |
Dracht: nectar en stuifmeel. Indicatie voor dracht: code 1 (3?) |
|
Platen Pimpernoot - Staphylea pinnata - (bron links: Deutschlands Flora in Abbildungen.Johann Georg Sturm; rechts: O.W. Thomé Flora von Deutschland, Österreich und der Schweiz) |
|
|
Plaat pimpernoot (Bron:
http://delta-intkey.com) |
|
|
Bloeiwijze |
|
|
Vruchten |
|
|
|