Schietwilg - Salix alba
Wilgenfamilie Salicaceae |
Bijenplant, hommelplant, drachtplant |
|
Een boom |
Bloeiperiode: april - mei |
Bloem: geel of groenachtig; katjes slank tot ca 5 cm lang, mannelijke bloemen met 2 meeldraden en 2 honingklieren, vrouwelijke bloemen met 1 honingklier; |
Blad: langwerpig (5-10 cm), voet wigvormige en met een toegespitste top, bovenkant blad donker groen, jonge bladen aan beide kanten dicht zijde-(zilver)achtig behaard, blad aan de onderkant blijvend behaard, bladrand gezaagd. Herfstkleur geel. |
Vrucht: doosvrucht |
hout: schors bruingrijs en sterk gegroefd, twijgen, bruinachtig, geel of soms rood, aanvankelijk behaard, maar kaal wordend. |
Hoogte: tot 20,0 |
|
Milieu & groeiplaats: natte tot min of meer droge voedselrijke, zandige tot kleiige, bodems; langs lokale wegen, sloten en andere watergangen, moerasbossen en vaak op ruderale en braakliggende terreinen; zon. |
Verspreiding in Nederland: algemeen en veel aangeplant. |
Toepassing: tuinen, parken openbaar groen, landschappelijke beplantingen, knotwilgen langs boeren wegen |
Beheer: schietwilg wordt vaak geknot; vroeger voor het geriefhout; tegenwoordig vooral uit landschappelijke en ecologische overwegingen; verder om watermerkziekte te voorkomen (een ziekte die bij uitgegroeide bomen voorkomt en waardoor de boom geleidelijk aan afsterft). |
Wilde solitaire bijen: |
Zandbijen - Andrena |
|
Donkere wilgenzandbij |
A. Apicata |
Zijn afhankelijk van wilgen |
|
Grijze zandbij |
A. vaga |
|
Vroege zandbij |
A. praecox |
|
Asbij |
A. cineraria, |
|
|
Grijze rimpelrug |
A. tibialis |
|
|
Roodgatje |
A. haemorrhoa |
|
|
Zwartbronzen zandbij |
A. nigroaenea |
|
|
Dracht: nectar en geel stuifmeel. Indicatie voor dracht: code 5 (rwn 4, rwp 4). |
|
Schietwilg (Bron: O.W. Thomé Flora von Deutschland, Österreich und der Schweiz 1885, Gera, Germany |
|
|
Mannelijke katje/bloeiwijze |
|
|
|
|
|
|
|
|
Bomen |
|
|
Een wilgenbos met schietwilg: De gele bomen zijn mannelijk de groene vrouwelijk. |
|
|
Een wilgenbos (ooibos) langs de IJssel |
|
|
Een wilgenbos met schietwilg in de Ooi |
|
|
Op gronden die niet te nat zijn is grote brandnetel vaak dominant |
|
|
Hoogwater in de Rijn bij Wageningen |
|
|
Vaak blijft het water lang staan |
|
|
Waterretentie - bosjes net schietwilg zijn geschikt voor waterretentie en voor de biodiversiteit |
|
|
Een winterbeeld van de Millingerwaard |
|
|
Mos op omgewaaide wilgen |
|
|
Knotwilgen de buurt: een weggetje naar de Rotte (Rotterdam Omoord) |
|
|
Ongeveer 15 jaar geleden tot de grond afgezet en doorgeschoten (foto's 1995) |
|
|
Schietwilg in de wind: de onderkant van het blad wordt zichtbaar waardoor de bomen zilvergrijs worden -- ------- |
|
|
Knotwilgen langs boeren wegen |
|
|
Knotwilgen leveren belangrijke bijdragen aan de biodiversiteit van het agrarische landschap |
|
|
Knotwilgen zijn van landschappelijke en recreatieve betekenis |
|
|
Een stukje oud landschap geïntegreerd in een stadswijk (Nieuwegein 1993) |
|
|
Honingbijen |
|
|
|
|
|
|
|
|