Gekroesde melkdistel - Sonchus asper
Composietenfamilie - Asteraceae |
Bijenplant, hommelplant, drachtplant |
|
Een eenjarige plant |
Bloeiperiode: juni - oktober |
Bloem: geel, bloeiwijze een tuil |
Blad: langwerpig tot -eirond; bladrand meestal gekroest,en getand en uitlopend in relatief scherpe naalden |
Vrucht: een nootje |
Overige: stengel iets kantig. |
Hoogte: 0,3-1,3 m |
|
|
|
|
|
|
|
|
Milieu en groeiplaats: vochtige, zeer voedselrijke bodems; op open gronden; in akkers, op allerlei braakliggende terreinen en rommelhoekjes binnen en buiten de bebouwde kom, in stadsplantsoenen, onder heggen, in boomspiegels, op halfverhardingen, tussen het plaveisel, tegen muren en straatmeubilair |
Verspreiding in Nederland: algemeen |
Toepassing: geen |
Beheer: speciaal beheer niet noodzakelijk. |
Wilde solitaire bijen: |
|
Pluimvoetbij |
Dasypoda hirtipes |
Westrich, 1989 |
|
Dracht: nectar en stuifmeel. Indicatie voor dracht: code Hb 1. |
|
Platen - (bron links: Flora Batava Jan Kops et al.; rechts:Deutschlands Flora in Abbildungen.Johann Georg Sturm) |
|
|
Stengelomvattend blad |
|
|
Bloem en bloeiwijze |
|
|
Steenhommel |
|
|