Mariadistel - Silybum marianum
Composietenfamilie - Asteraceae
Bijenplant, hommelplant, drachtplant, vlinderplant
Een eenjarige plant
Bloeiperiode: juli - augustus
Bloem: paarsachtig, bloeiwijze alleenstaand
Blad: bladen meestal wit gevlekt en met gele stekels aan de bladrand; bovenste bladen stengelomvattend
Vrucht: nootje
Overige: stengel zwak wollig behaard
Hoogte: 0,8-1,5 m
 
 
 
 
 
 
Milieu en groeiplaats: vochtige, voedselrijke bodems; op allerlei kale en braakliggende overhoeken; zon.
Herkomst en verspreiding in Nederland: Zuid-Europa in Nederland. adventief en regelmatig verwilderd, maar niet lang standhoudend.
Toepassing: In tuinen, educatieve tuinen.
Beheer: bodem openhouden.
Wilde solitaire bijen:
  Groefbijen lasioglossum  
  Breedbandgroefbij Halictus scabiosae  
Dracht: nectar en stuifmeel. Indicatie voor dracht: code 3.
 
Plaat en plant-Mariadistel - Silybum marianum (bron plaat O.W. Thomé Flora von Deutschland, Österreich und der Schweiz)
 
Knop 'bloem' met omwindsel bladen
 
Hoofdje
 
Blad mariadistel
 
Een vegetatie in een gestoorde plek in en hooiland
 
Een akker met rozetten
 
Steenhommel
 
Groefbijen (lasioglossum) -
 
 
Honingbij
 
 
 
 
Breedbandgroefbij