Gaffelsilene - Silene dichotoma
Anjerfamilie - Caryophyllaceae
Bijenplant, hommelplant, drachtplant
Een eenjarige plant
Bloeiperiode: juni augustus
Bloem: wit en alleenstaand, kelk(buis) zeer lang.
Blad: langwerpig
Vrucht: een doosvrucht
Overige: stengels i het bovenste deel van de plant gaffelvormig vertakt 
Hoogte: 0,3,-0,9 m
 
 
 
 
 
 
 
Milieu en groeiplaats: voornamelijk op min of meer stenige, met leem of löss gemengde plaatsen, niet zure matig stikstofhoudende plaatsen; in Zuid-Europa in bermen en allerlei open stenige bodems, zon, licht beschaduwd
Herkomst en verspreiding in Nederland: een zuid-/zuidoost Europesche plant; alleen in Zuid-Limburg lokaal ingeburgerd.
Toepassing: in rotstuinen. Zaad is bij verschillende zaadhandelaren verkrijgbaar.
Beheer: bodem vrijhouden van concurrerende begroeiing
Wilde solitaire bijen: Blauwzwarte houtbij; Xylocopa violacea. Meer info: www.denederlandsebijen.nl
Dracht: nectar en stuifmeel. Indicatie voor dracht: code Hb 1. Alleen in Frankrijk bijen waargenomen. Door de zeer lange kelkbuis is de nectar voor bijen alleen door inbraak bereikbaar.
 
Plaat: (Bron plaat: Flora Batavia Jan Kops et al.)
 
Bloeiwijze
 
Bloem
 
Inbrekende honingbijen
 
 
 
 
 
 
Een inbrekende blauwzwarte houtbij