Waterkruiskruid - Jacobaea aquatica
Composietenfamilie - Asteraceae |
| Bijenplant, hommelplant, drachtplant, vlinderplant. |
 |
Een twee- of eenjarige plant plant |
| Bloeiperiode: juni-augustus |
| Bloem: geel; bloeiwijze een tuil |
| Blad: rozet plant; wortelbladeren vaak ongedeeld en tijdens de bloei meestal aanwezig; gewoonlijk met een grote, grof gekartelde tot gezaagde eindslip, de middelste en bovenste bladeren gespleten tot gedeeld en de eindslip is ongeveer half zo lang als het blad |
| Vrucht: een nootje |
| Overige: stengeltoppen spinragachtig behaard |
| Hoogte: 0,5-1,1m |
| Opmerking: |
| |
|
| Milieu en groeiplaats: natte tot zomervochtige, matig voedselrijke, zandige, kleiige en venige bodems; vroeger in weinig bemeste wei- en hooilanden hoofdzakelijk op de laagveengronden; buiten enkele veenweidegebieden thans voornamelijk in natte bermen, op polderdijken, langs sloot- en waterkanten soms ook in stedelijk gebied; zon. |
| Verspreiding in Nederland: vrij algemeen in laagveengebieden/veenweidegebieden. |
| Toepassing: wordt soms in natte stadsoevers uitgezaaid. |
| Beheer: natte plekken worden eind augustus begin september gemaaid. |
| Wilde solitaire bijen: niet genoteerd. |
| Dracht: nectar en geelachtig stuifmeel. Indicatie voor dracht: code 1. |
|
| Plaat waterkruiskruid - (bron Deutschlands Flora in Abbildungen.Johann Georg Sturm) |
|
 |
| |
| Plaat waterkruiskruid - (bron: Flora Batava, Jan Kops en F. W. van Eeden) |
|
 |
| |
| Blad waterkruiskruid |
 |
| |
| Blad Waterkruiskruid : stengelblad onderste deel stengel |
|
|
| |
| Fragment vegetatie met onder meer echte valeriaan en pinksterbloem |
 |
| |
| Waterkruiskruid aan stadswateren |
|
 |
| |
| Waterkruiskruid aan stadswateren |
|
 |
| |