Roze vetkruid - Phedimus spurius (Sedum spurium)
Vetplantenfamilie - Crassulaceae |
|
Bijenplant, drachtplant. |
Roze vetkruid een overblijvende (vaste) plant die in de periode van juni-augustus bloeit. |
Kenmerken: bloem rood tot wit; blad meestal tegenoverstaand, soms in kransen van drie; blad gekarteld en vrij breed; stengels liggend en wortelend op de knopen; 0,1-0,2 hoog/lang. |
Milieu: droge stenige substraten en bodems; vaak randen van beplantingen en open lage grazige vegetaties; zon. |
Herkomst: Kaukasus geregeld verwilderd in openbaar groen, kan zich op droge schrale plekken lang handhaven, maar verdwijnt op den duur vaak door vergrassing. |
Toepassing: tuinen, rotstuinen, tegel- en geveltuinen; de bloei kan in de loop van laren sterk terug lopen; vooral voor 1950 veel toegepast in grindtuinen met een bloemborder of rozenvak; tussen het grind pad of grindgedeelte werd dan een rand van ca 30 cm roze vetkruid aangeplant. Vooral tussen 1960 en 1970 zijn veel van deze grindtuinen omgevormd tot tuinen met gazon. |
Beheer: Wieden! |
Wilde solitaire bijen: maskerbijen (Hylaeus), zandbijen (Andrena). |
Dracht: non niet vastgesteld |
|
Bloeiwijze roze vetkruid (foto overgenomen van Wikipedia; auteur onbekend) |
|
|
Plant (foto overgenomen van Wikipedia; auteur onbekend) |
|
|