Bijenplant, hommelplant, drachtplant |
Grote schorseneer - Scorzonera hispanica
Composietenfamilie - Asteraceae |
|
Een tweejarige plant |
Bloeiperiode: juni - juli |
Bloem: geel; bloeiwijze meestal meer hoofdjes per plant |
Blad: langwerpig. rozetplant |
Vrucht: nootje |
Overige: penwortel zwart (van binnen hagelwit), lang dun en vlezig |
Hoogte: ; 0,6-1.2 m |
Opmerking: kortlevende plant |
|
|
|
|
|
|
|
Kenmerken: bloem ; hoog. Als groente is de plant eenjarig, als bloem tweejarig tot vast (kortlevend). |
Milieu: voedselrijke, vochtige/vochthoudende lichte minerale diepomgewerkte (30 cm), zandige zwak zure tot neutrale (ph 5,5 -6,5 )bodems. De plant is zeer gevoelig voor te vochtige en zeker natte bodems. |
Herkomst en verspreiding in Nederland: Zuid- en Midden-Europa; werd en wordt als groente geteeld'; verwildert zelden. |
Toepassing: vooral als vergeten groenten (wortels) op volkstuinen en dan mogelijk voor betekenis voor bijen. |
Beheer: moet in het noordelijk gedeelte van europa steeds opnieuw in open grond worden gezaaid. |
Wilde solitaire bijen: groefbijen (Lasioglossum); 1x een behangersbij fouragerend) |
Dracht: nectar en geel stuifmeel. Indicatie voor dracht: code 3. |
|
Plaat en plant (bron links: O.W. Thomé Flora von Deutschland, Österreich und der Schweiz) |
|
|
|
Bloeiwijze |
|
|
Bloeiwijze en knoppen |
|
|
Bladrozetten |
|
|
|
Een vegetatie langs een graanakker in Noord-Frankrijk |
|
|
Een moestuin |
|
|
|
Steenhommel |
|
|
Steenhommel |
|
|
Een groefbij |
|
|
Een groefbij |
|
|
Een groefbij |
|
|