Scaevola aemula - Waaierbloem
Waaierbloemfamilie - Goodeniaceae |
Drachtplant, hommelplant, vlinderplant |
|
Een groenblijvende kuipplant |
Bloeiperiode: juli-september |
Bloem: blauwachtig, bloemen waaiervormig, 5-slippig en gedeeltelijk die buisvormig vergroeid. de basis van de slippen geel, bloeiwijze een tros |
Blad: lepelvormig en getand |
Vrucht: doosvrucht |
Overige: stengels min of meer slap, op stijgend of hangend |
Hoogte: 0,3-0,5m |
|
|
|
|
|
Milieu en groeiplaats: als tuinplant vochtige, matig voedsel- en humusrijke, vochtige, maar goed water doorlatende, lichte minerale bodems (lemig zand en zandige klei en andere zandige bodems. Zon- halfschaduw. |
Herkomst: Zuid- en Oost-Australië. |
Toepassing: tuinen. plantenbakken, potten en kuipen |
Beheer: in tuinen als vaste plant |
Wilde solitaire bijen: niet waargenomen. |
Dracht: nectar en stuifmeel. Indicatie voor dracht: code Hb 3. De plant is meer een nectarplant dan een pollenplant. Pollen worden aan de opening boven in de buis verzameld, nectar via inbraak aan de onder kant. In principe kan scaevola druk door honingbijen worden bezocht, maar dat is heel sterk afhankelijk van de locatie. In een winkelstraat waar 7 grote plantenbakken (zie foto) stonden werden onder zeer gunstige weersomstandigheden (2 sept 2019) 3-5 honing bijen waargenomen. |
|
Bloeiwijze |
|
|
Bloeiwijze van opzij gezien |
|
|
Bloem |
|
|
Blad en stengels |
|
|
Toepassing in een buxustuintje |
|
|
Plantenbak met scacola in een winkelstraat |
|
|
Honingbijen zoeken nectar voornamelijk onder in de bloembuis |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Honingbijen verzamelen stuifmeel. De foto's zijn op verschillende plaatsen genomen en geven overal het zelfde beeld. |
|
|
|
|
|
|
|
|
Kleine vos |
|
|
|
|