Duifkruid - Scabiosa columbaria
Kamperfoeliefamilie -
Caprifoliaceae; voorheen Kaardenbolfamilie - Dipsacaceae
|
Bijenplant, hommelplant, drachtplant, vlinderplant |
|
meestal overblijvende (vaste) plant |
Bloeiperiode: juli-september. |
Bloem: bloem lila; omwindselblaadjes langwerpig en bedekken elkaar alleen aan de voet; bloembodem met lange stroschubben. De bloemkelk bestaat uit een binnen- en buitenkelk; de binnenste kelk loopt uit in lange naaldvormige haren (borstels) |
Blad: De onderste bladen inclusief de rozetbladen zijn ongedeeld en grof gezaagd; de middelste bladen zijn gedeeld en de hogere stengelbladen zijn eveneens gedeeld en lopen uit in lijnvormige bladslippen |
Vrucht: een nootje |
Plant: penwortel tot meer dan een halve meter. |
Hoogte: 0,3-0,8 m |
Bijen, vlinders en vliegen |
|
Milieu: iets vochtige tot zomerdroge, schrale, kalkhoudende lemige bodems; voornamelijk in kalkgraslanden, grazige begroeiingen langs spoorwegen en rivierdijken; zon. |
Verspreiding in Nederland: zeldzaam in Zuid-Limburg; daarbuiten zeer zeldzaam |
Toepassing: tuinen, schrale kalkrijke bermen en graslanden; onder meer begraafplaatsen, natuurtuinen. |
Beheer: vegetatie met deze soort worden 1x per jaar in de najaar/vroege herfst gemaaid. De zaden ontkiemen alleen in open grasland (grasland met open plekjes) |
Wilde solitaire bijen: wordt onder meer in Frankrijk en Centraal Europa ) door knautiabij bezocht, in ; in Nederland gebeurd dat spaarzaam; verder allerlei soorten zomerbijen onder meer heideviltbij en groefbijen (Lasioglossum en Halictus) . l |
|
Breedbandgroefbij |
Halictus scabiosae |
|
|
Dracht: nectar en wit stuifmeel. Indicatie voor dracht: afhankelijk van de locatie ten opzichte van een bijenvolk code 3-5 . |
|
Platen - (bron links: Flora Batava Jan Kops et al ; rechts: Deutschlands Flora in Abbildungen.Johann Georg Sturm) |
|
|
Plant en bloembodem met stroschubben (rechts) |
|
|
Bloeiwijze een hoofdje |
|
|
Plant |
|
|
Omwindselblaadjes lijnvormig |
|
|
Omwindsel van duifkruid links en van beemdkroon rechts |
|
|
Uitgebloeid hoofdje met borstels, die vooral kort na de bloei opvallen |
|
|
Uitgebloeid hoofdje met borstels (De witte vliezige zoom van de buitenkelk is hier goed zichtbaar.) |
|
|
Binnenkelk en buitenkelk |
Binnenkelk (1) loopt uit in borstels = de lange stekelige haren (2) en is omgeven met een droogvliezige zoom van de buitenkelk (3) |
|
|
Bladrozet |
|
|
Bladrozetten in schaal open grasland |
|
|
Stengelbladen |
|
|
De hogere stengelbladen met lijnvormige slippen |
|
|
Een spoorwegtalud in Zuid-Limburg |
|
|
|
|
Fragment kalkgrasland in Zuid-Limburg |
|
|
Een begraafplaats |
|
|
Fragment begraafplaats |
|
|
Fragment begraafplaats |
|
|
Duifkruid langs een fietspad op de Veluwe |
|
|
Op het moment van deze foto-opnamen vlogen hier meer dan 10 vlinders |
|
|
Bosrand grenzend aan hei |
|
|
Fragment |
|
|