Kruipende zinnia - Sanvitalia procumbens
Composietenfamilie - Asteraceae
(bijenplant), drachtplant, (vlinderplant)
Een eenjarige plant
Bloeiperiode: juni-september (december)
Bloem: geel, buisbloemen bruin, bloeiwijze alleenstaand
Blad: blad tegenoverstaand, ovaal en kort ruw behaard
Vrucht: nootje
Overige: een breed uitgroeiende matvormende plant met liggende en opgaande stengels
Lengte: 0,15-0,2
 
 
 
 
Milieu: iets vochtige, matig voedsel- en humusrijke bodems; zon; is gevoelig voor te natte bodems.
Herkomst: Mexico.
Toepassing: tuinen, plantenbakken, tegeltuinen, soms openbaar groen. De plant is niet echt winter hard, maar verdraagt wel een paar graden vorst.
Beheer: wieden; op arme grond licht bemesten (compost).
Wilde solitaire bijen: groefbijen (lasioglossum).
Dracht: nectar en stuifmeel (?). Indicatie voor dracht: code 1 (3 in de buurt van bijenvolken 1 x ca. 20 bijen op 1 m² waargenomen op ca. 300m afstand van bijenstal). In mijn tuin als experiment aangeplant, Werd in de zomer van 2013 incidenteel door bijen bezocht. In Haarlem werden tijdens enkel bezoeken geen bijen waargenomen (zie foto).
 
Plant
 
Bloeiwijze
 
Bloem
 
Bloembed met onder meer kruipende zinia(Haarlem 2001)
 
Honingbij
 
Honingbij
 
Honingbij
 
Honingbij
 
Honingbij
 
Honingbij
 
Honingbij
 
 
Steenhommel
 
Kleine vos