Salvia nemorosa
Lipbloemenfamilie - Lamiaceae --
Drachtplant, hommelplant
Een overblijvende (vaste) plant
Bloeiperiode: juni-september
Bloem: paars, paarsblauw, violet-purper, bloeiwijze een aar
Blad: eivormig - langwerpig, zittend (ongesteeld), bladoppervlak gerimpeld en met een gekartelde bladrand
Vrucht: een splitvrucht
Overige: dicht vertakte plant
Hoogte: 0,5-0,9 m
 

 

 
 
 
Milieu en groeiplaats: vochtige, matig voedselrijke, humushoudende, kalkhoudende bodems; zonnig.
Herkomst: Midden-Europa, Azië.
Toepassing: tuinen.
Beheer: als vaste plant, gevoelig voor winternatte bodems
Wilde solitaire bijen: niet waargenomen
Dracht: nectar (en stuifmeel?). Indicatie voor dracht: code Hb 3.
 
Bloeiwijze
 
Blad
 
Plant
 
Fragment
 
Fragment vaste plantentuin
 
Honingbijen