Salvia elegans
Lipbloemenfamilie - Lamiaceae -
Drachtplant
Een overblijvende (vaste) plant of halfheester
Bloeiperiode: juli-september
Bloem: rood en met een lang bloembuis.
Blad: eivormig, naar de top toegespitst, bladrand fijn gezaagd, ruikt naar ananas
Vrucht: een splitvrucht
Hoogte: 0,7-1,5 m
 
 
 
 
 
Milieu en groeiplaats: vochtige, maar goed doorlatende, humushoudende, voedselrijke lichte bodems; lemig zand - zandige klei. Zon
Herkomst: Mexico, Guatemala.
Toepassing: tuinen, potten, plantenbakken.
Beheer: als vaste pant. Gevoelig voor vorst en winternatte bodems.
Wilde solitaire bijen: niet waargenomen.
Dracht: nectar en stuifmeel. Indicatie voor dracht: code Hb 3.
Op het moment dat deze plant druk door honingbijen worden bezocht, vooral door bijen die nectar zoeken. Zie je overal in de plant bloemen al bomen omvallen. Binnen een seconde bijten de bijen bij de basis van de bloeibuis de boem door. en knikt dan naar beneden. Stuifmeel wordt buiten de bloembuis verzameld.
Bloeiwijze
 
Bloem
 
Meeldraden en stamper
 
Blad
 
Plant
 
Fragment
 
Honingbijen
 
Bijen zijn bezig of onderweg om de bloembuis te vellen
 
 
 
 
Honingbij verzamelt stuifmeel