Berijpte wilg - Salix daphnoides
Wilgenfamilie Salicaceae
Bijenplant, hommelplant, drachtplant.
Een boom/heester
Bloeiperiode
: maart - april
Bloem
: geel of groenig;
katjes voor de bloei verschijnend, langwerpig; meeldraden 2; stijl kort of afwezig; schutblad donker; 1 honingklier
Blad
:
zwak leerachtig, bovenzijde glanzend, onderkant grijsgroen en dof
Vrucht
: doosvrucht
hout
: jonge takken blauwachtig berijpt
Hoogte
:
tot ca. 9,0 m
Milieu
en groeiplaats
: vochtige, schrale tot matig voedselrijke, neutrale tot kalkhoudende bodems
Herkomst en verspreiding in Nederland
: Midden- en Oost-Europa en West-Azië. Een exotische plant die zicht tot nu toe niet of moeilijk vestigt.
Toepassing
: wordt zelden toegepast in tuien en parken. Verschillende kweekvormen kunnen worden toegepast om erosie te verminderen.
Beheer
: kan zoals dat met de meeste wilgen het geval is sterk worden terug gesnoeid.
Wilde solitaire bijen
: zandbijen (Andrena).
Dracht
:
nectar en geel stuifmeel. Indicatie voor dracht: code 5 (rwn 3, rwp 3).
Berijpte wilg
- (Bron plaat: Jan Kops et al. - Flora Batava)
---
Berijpte wilg
- (Bron plaat: tekening Kurt Stüber overgenomen van Wikipedia Commons)
----
Blad van berijpte wilg
(©Hedwig Storch: overgenomen van Wikipedia commons)
Uitgebloeide katjes
Twijg