Rudbeckia fulgida
Compositenfamilie - Asteraceae
Bijenplant, hommelplant, drachtplant, vlinderplant.
Een overblijvende (vaste) plant
Bloeiperiode: augustus - september
Bloem: lintbloemen oranjegeel, buisbloemen donkerbruin, hoofdjes alleenstaand;
Blad: langwerpig gaafrandig tot licht gezaagd;
Vrucht: nootje
Overige: plant vrij ruw behaard; wortelstokken kort
Hoogte: 0,6-0,9 m
 
 
 
 
Milieu: vochtige tot vochthoudende, matig voedselrijke, lemige tot kleiige bodems; zon
Herkomst: oostelijk Verenigde Staten.
Toepassing: tuinen, openbaar groen.
Beheer: als vaste plant beheren.
Wilde solitaire bijen: groefbijen (Lasioglossum); tronkenbij (Heriades truncorum).
Dracht: nectar en oranjegeel stuifmeel. Indicatie voor dracht: code 3.

Rudbeckia fulgida bovenaanzicht -
 
Rudbeckia fulgida zijaanzicht
 
Een kantoortuin
 
Rudbeckia fulgida toegepast in openbaar groen
 
Semi-openbaar groen
 
Rudbeckia fulgida in bijentuin openbaar groen, door bewonens onderhouden
 
Honingbij
 
Honingbij
 
Aardhommel
 
Tronkenbij
 
Tronkenbij
 
Kleine Vos