Braam - Rubus
Rozenfamilie - Rosaceae |
Van bramen komen velen tientallen 'soorten' voor. Hier wordt alleen ingegaan op bramen in het algemeen. |
Bijenplant, hommelplant, drachtplant, vlinderplant |
|
Een "Heester" |
Bloeiperiode: juni-oktober (-sept.) |
Bloem: wit tot diep roze, bloeiwijze een pluim |
Blad: min of meer rond tot elliptische; meestal vijftallig, soms drie- of zeventallig; bladrand gezaagd en meestal gestekeld. |
Vrucht: braam uit deelvruchten = steenvruchten samengesteld; meestal zwart |
Stengels: tweejarige, kantig en sterk gestekeld. De top van de stengels schieten wortels als de top de grond raakt. |
Hoogte/lengte: tot ca.4 m |
Opmerking: de gewone braam is een verzamelnaam voor een groot aantal andere soorten en onder soorten. (zie Nederlandse flora) |
|
Milieu en groeiplaats: min of meer vochtige, schrale tot voedselrijke bodems (Zand, leem, loss, lichte klei, maar ook op venige grond en langs oude moerasbosjes in de Weerribben groeien bramen; op alle terreintypen; onder meer op overhoeken, industriële terreinen, spoorwegterreinen, in allerlei soorten natuurlijke en cultuurlijke beplantingen, in bossen, heidevelden, duinen etc. bramen komen vrijwel op alle bodemtypen voor Het heeft weinig zin omdat hier verder uit te splitsen; veel bramen wijzen op stikstof verrijking van de grond onder invloed van landbouw; zon-halfschaduw. |
Verspreiding in Nederland: algemeen. |
Toepassing: tuinen, volkstuinen, recreatie parken. Voor vrijwel iedere grondsoort zijn bramen in de handel. Zware kleigrond moet worden gemengd met humus, minimaal ca 2 m³ per 100m² |
Beheer: Verschillende bramensoorten zijn in staat om tot enige meters hoog alles te overwoekeren; dit is een proces dat geleidelijke begint maar op een onverwacht moment uit de hand kan lopen waardoor lastige beheerproblemen kunnen ontstaan; bij bramen moet men de vinger voortdurend op de pols houden en zonder uitstel ingrijpen als afgebakende grenzen worden overschreden; dit geldt zowel voor de stad als daarbuiten. Door begrazing kan de ontwikkeling van braam sterk worden bevorderd. Onder meer door Pony's en paarden en Schotsche Hooglanders |
Wilde solitaire bijen: |
Maskerbijen - Hylaeus |
Holle stengels van braam worden door kleine solitaire bijen vaak als nestgelegenheid gebruikt. Onder meer door maskerbijen. |
|
Brilmaskerbij |
H. dilatatus |
|
|
Kortsprietmaskerbij |
H. brevicornis |
|
|
Poldermaskerbij |
H. confusus |
|
|
Gewone maskerbij |
H. communis |
|
|
Weidemaskerbij |
H. gibbus |
|
|
Tuinmaskerbij |
H. hyalinatus |
|
|
Kleine tuinmaskerbij |
H. pictipes |
|
Overig bijen |
|
Tweekleurige zandbij |
Andrena bicolor |
|
|
Grasbij |
Andrena flavipes |
|
|
Gewone dwergzandbij |
Andrena minutula |
|
|
Roodpotige groefbij |
Halictus rubicundus |
|
|
Parkbronsgroefbij |
Halictus tumulorum |
|
|
Gewone geurgroefbij |
Lasioglosum calceatum |
|
|
Gewone franje groefbij |
Lasioglossum sexstrigatum |
|
|
Glanzende bandgroefbij |
Lasioglossum zonulum |
|
|
Rosse metselbij |
Osmia bicornis |
|
|
Gewone behangersbij |
Megachile versicoror |
|
|
Dracht: nectar en geel-witachtig stuifmeel. Indicatie voor dracht: code 5. |
Opmerking: |
|
Platen Gewone braam - Rubus fruticosus - (bron: Flora Batava, Jan Kops en F. W. van Eeden) |
|
|
Bloem en onrijpe vrucht |
|
|
Bloeiwijze |
|
|
Een bosbraam |
|
|
Recreatiepark |
|
|
Een recreatiepark in Zoetermeer |
|
|
Fragment bovenstaande foto |
|
|
Braam in een beplanting in Deventer kan op den duur dominant worden |
|
|
IJslandse pony's tussen de bramen in het vijfhoekpark bij Zaandam |
|
|
Een park met Schotse Hooglanders met een mantel van bramen langs de beplanting (Zaandam 1993) --- |
|
|
Honingbij |
|
|
Een aardhommel |
|
|
Hommelzweefvlieg |
|
|
Tientallen andere insecten foerageren ook op braam zoals de penseelkever |
|
|
Penseelkever |
|
|
Bruinzandoogje |
|
|
Koevinkje |
|
|
Dikkopje |
|
|
|
Distelvlinder |
|
|