Rozemarijn - Rosmarinus officinalis
Lipbloemenfamilie- Lamiaceae
Bijenplant, homelplant, drachtplant, (vlinderplant)
een wintergroene heester.
Bloeiperiode: april-juni.
Bloem: blauwviolet, bloemen aan de top van. okselstandige zijtwijgjes.
Blad: bladen lijnvormig, met omgerolde randen en aan de onderkant witviltig behaard.
Vrucht: een splitvrucht.
Plant: twijgen grijsbehaard, sterk aromatisch.
Hoogte: tot 1,5 m
Opmerking: plat groeit vaak breed uit.
 
 
 
 
Milieu: min of meer droge en vochthoudende, minerale matig voedselrijke bodems; zon-licht beschaduwd.
Herkomst: Zuid-Europa.
Toepassing: tuinen, tegeltuinen, geveltuinen. Is niet volledig winterhard en zeer gevoelig voor winternatte bodems.
Beheer: nu en dan verjongingssnoei na de bloei. (in Nederland vaak een kortlevende heester)
Wilde solitaire bijen:
  Blauwe metselbij O. caerulescens  
  Gehoornde mestelbij O. cornuta  
  Rosse metselbij O. bicornis  
  Gewone sachembij Anthophra plumipes  
Dracht: nectar en weining wit stuifmeel. Indicatie voor dracht: code 1. (dicht bij bijenstallen en vooral in Zuid- en Midden-Europa Hb5.)
 
Plaat - (bron: O.W. Thomé Flora von Deutschland, Österreich und der Schweiz)
 
Plaat - (bron: Wikipedia)
 
Heester
 
Fragment en bloem
 
Rosse metselbij
 
Blauwe metselbij (vr)
 
Sachembij (m)
 
Honingbijen -
 
Honingbijen -
 
De meeldraden (helmhokjes, klappen op de rug zijde
 

Het gevolg is een met stuifmeel bepoederd rug

 
Honingbijen