Duinroos - Rosa spinosissima (Rosa pimpinellifolia)
Rozenfamilie - Rosaceae |
Drachtplant, hommelplant, Bijenplant. |
|
Een heester |
Bloeiperiode: mei-juni. |
Bloem: bloem wit, ca. 2-5 cm diameter, bloeiwijze alleenstaand. |
Blad: bladen meestal 7- tot 9-tallig; deelblaadjes zijn klein, rondachtig tot eivormig die doen denken aan kleine pimpernel. |
Vrucht: bottels bolvormig en vrij klein, rijpe bottels glanzend paarszwart en kaal. |
Plant: takken rechtopstaand, stekels recht en fijn en ongelijke van lengte; een roos met uitlopers. |
Hoogte: tot 0,9 m hoog; op droge duingrond vaak lager dan 0,5 m; aan geplant op tuingrond op den duur tot 1,5 m. |
Opmerking: groeit vooral op Texel in dichte en omvangrijke vegetaties. |
|
Milieu en groeiplaats: droge, matig voedselrijke en veelal kalkhoudende bodems. In de bovenlaag spoelt kalk uit, maar met zijn wortels houdt duinroos contact met de kalkhoudende ondergrond. Een duinplant in de volle zon.. |
Verspreiding in Nederland: vrij algemeen in de duinen. |
Toepassing: tuinen, openbaar groen. |
Beheer: successie tegen gaan. |
Wilde solitaire bijen: zandbijen (Andrena). |
Dracht: nectar en lichtgeel stuifmeel. Indicatie voor dracht: code 5. |
|
Plaat Duinroos - Rosa pimpinellifolia (Bron links: Carl Axel Magnus Lindman Bilder ur Nordens Flora (1901-1905; rechts: Deutschlands Flora in Abbildungen.Johann Georg Sturm) |
|
|
Plaat en Stengel (Bron plaat: Flora Batava, Jan Kops en F. W. van Eeden; stengel ©Velela: overgenomen van Wikipedia Commons) |
|
|
Een plant in de duinen |
|
|
Een duinhelling op Terschelling |
|
|
Duinroos als zoom langs een duinstruweel |
|
|
Een fragment |
|
|
Fragment |
|
|
Fragment |
|
|
Bloem |
|
|
Stekels recht en fijn en ongelijke van lengte |
|
|
Bottel (©Velela: overgenomen van Wikipedia Commons) |
|
|
Honingbijen in actie |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|