Veelbloemige roos - Rosa multiflora
Rozenfamilie - Rosaceae |
Bijenplant, hommelplant, drachtplant. |
|
Een heester |
Bloeiperiode: juni-augustus |
Bloem: wit, kleinbloemig, bloeiwijze tuilachtige clusters |
Blad: zeven- of negentallig |
Vrucht: bottels klein en bruin |
Overige: heeft weinig stekels; takken sterk overhangend |
Hoogte: tot 3 m, klimt ook hoog in bomen. |
|
|
|
|
|
|
Milieu: vochtige tot vochthoudende, matig voedselrijke tot enigszins schrale en humusrijke, neutrale tot zwak zure bodems; zon-licht beschaduwd. Verwilderd in bermen, kanaaloevers, bosranden en overhoeken. |
Herkomst: Japan, Korea. Verwildert op een invasieve wijze in Europa. |
Fauna: honingbijen, hommels, solitaire wilde bijen. |
Toepassing: tuinen, parken, openbaar groen. |
Beheer: handhaafd zich zelf; in tuinen verjoningssnoei; Buiten het stedelijk gebied kan de soort zich beter niet verspreiden. |
Wilde solitaire bijen: groefbijen, zeer waarschijnlijjk ook zandbijen. |
Dracht: nectar en bruingeel stuifmeel. Indicatie voor dracht: code 5. |
|
Een struik |
|
|
Bloeiwijze |
|
|
Bosrand |
|
|
Honingbij |
|
|
Honingbij |
|
|
Groefbijen |
|
|