Rodgersia aesculifolia -
Steenbreekfamilie - Steenbreekfamilie |
Hommelplant, drachtplant |
|
Een overblijvende (vaste) plant |
Bloeiperiode: rond juni |
Bloem: wit, bloeiwijze een pluim |
Blad: handvormig gedeeld, deelbladen kastanjeachtig, groen bij cultivars onder meer bruin of roodachtig, het blad is meestal 7-tallig, bladrand gezaagd |
Vrucht: een doosvrucht |
Overige: |
Hoogte: 0,8-1,0 (1.5)m |
Opmerking: |
|
|
|
|
|
Milieu en groeiplaats: van nature een bosplant; vochtige, voedselrijke en humushoudende\-rijke zandige bodems (leemhouden zand of zandige klei. beschaduwd, half schaduw, maar geen volle zon midden op de dag. |
Herkomst: China. |
Toepassing: tuinen. |
Beheer: als vaste plant |
Wilde solitaire bijen: niet waargenomen |
Dracht: nectar (en stuifmeel). Indicatie voor dracht: code Hb 3. De plant lijkt sluifmeel te produceren, maar het verzamelen daarvan is niet waargenomen. |
|
Plant |
|
|
Bloem en blad |
|
|
Blad |
|
|
Bloeiwijze |
|
|
Aardhommels |
|
|
|
|
Honingbijen |
|
|
|
|
|
|
|
|
|