Knopherik - Raphanus raphanistrum
Kruisbloemenfamilie - Brassicaceae |
Bijenplant, hommelplant, drachtplant, vlinderplant. |
|
Een eenjarige plant |
Bloeiperiode: juni- september |
Bloem: geel of wit en vaak paars geaderd |
Blad: ruw behaard,. de onderste veerdelig met smalle zijslippen en een grote eindlob. |
Vrucht: een zeer lang gesnavelde hauw die tussen de zaden is ingesnoerd. |
Overige: stengels ruw behaard |
Hoogte: 0,3-0,6 m |
|
|
|
|
|
|
Milieu en groeiplaats: vochthoudende tot iets vochtige, matig voedselrijk en kalkarme lichte, minerale grond: zand, zavel, lichte klei en löss. in akkers, omgewoelde bermen en andere gronden; op ruderale plaatsen en braakliggende grond. |
Verspreiding in Nederland: algemeen maar meestal in kleine aantallen |
Toepassing: zaadmengsels voor bijen. |
Beheer: bodem open houden, jaarlijks omwoelen. |
Wilde solitaire bijen: zandbijen: |
Dracht: nectar en stuifmeel. Indicatie voor dracht: code Hb 3. |
|
Plaat (Bron: Flora Batavia Jan Kops et al.) |
|
|
Platen - (bron links: Flora Danica, Georg Christian Oeder et al.; rechts: Deutschlands Flora in Abbildungen.Johann Georg Sturm) |
|
|