Vuurdoorn - Pyracantha coccinea
Rozenfamilie - Rosaceae
Bijenplant, hommelplant, drachtplant, vlinderplant.
Een heester/klimheester
Bloeiperiode: mei-juni
Bloem: wit, bloeiwijze een tuil;
Blad: lancetvormig tot ovaal, bladrand gekarteld tot gezaagd
Vrucht: bes oranje tot rood
Overige: takken met scherpe takdoorns
Hoogte: als leiheester tot ca 4,0 m
 
 
 
 
 
 
Milieu: vochtige, matig voedselrijke, neutrale tot licht kalkhoudende bodems; zon-halfschaduw.
Herkomst: Zuidoost-Europa, Kaukasus; veel aangeplant in tuinen en langs gevels; ook vaak in plantvakken in woonwijken en als verkeersbegeleidend groen.
Toepassing: tuinen, gevelbeplanting, openbaar groen.
Beheer: bloeit op 2 tot 3-jarig hout. Indien geleid en horizontaal aangebonden: van de muur of wand afstaande scheuten volledig terugsnoeien. Twijgen die worden aangebonden kunnen om bloem, vruchtzetting en vertakking te bevorderen tot ca. 50% worden teruggesnoeid. Na de bloei eventueel uitgebloeide takken en niet bloeiende takken terug snoeien tot 3-5 ogen (bladen) en na de In het voor jaar de oude besdragende takken terugsnoeien, maar steeds zo dat twee- tot driejarig hout overblijft geregeld takken vervangen. Vrij groeiende struiken die te dicht zijn geworden moeten ten behoeve van meer licht worden gedund. Hoe er ook wordt gesnoeid: voor de bloei moet twee- tot driejarig hout blijven staan. Periode maart-april. Met betrekking tot de vruchtzetting is snoeien van vuurdoorn meer gewenst dan bij andere heesters. Bloei en vruchtzetting kunnen sterk teruglopen bij het uitblijven ban de snoei.
Wilde solitaire bijen: zandbijen (Andrena), groefbijen (Lasioglossum), maskerbijen (Hylaeus). Meer info: www.zoekkaartwildebijen.nl
Dracht: nectar en stuifmeel. Indicatie voor dracht: code 5.
 
Vuurdoorn als leiplant, moet stevig worden aangebonden
 
Verkeersbegeleidend groen
 
Bloeiwijze
 
Bessen
 
Nazomer en herfstbeeld
 
Fragment
 
Siergroen
 
Afscheidingsgroen
 
Aardhommel
 
Honingbij 1
 
Honingbij 2
 
Honingbij 3