Pycnanthemum muticum
Lipbloemenfamilie - Lamiaceae
Hommelplant, drachtplant, vlinderplant
Een overblijvende (vaste) plant
Bloeiperiode: uli - september
Bloem: bloem witroze
Blad: blad langwerpig en toegespitst, ten opzichte van andere soorten relatief grootbladig
Vrucht: splitvrucht
Overige: de hele plant is behaard, jonge blaadjes boven in de plant kort grijzig tot zilverwit behaard
Hoogte: 0,5-1,0 m
 
 
 
 
 
Kenmerken: ; ; ; hoog. zie verder bij familie
Milieu: vochtige, maar goed doorlatende, matig voedselrijke niet zure, minerale bodems; zon tijdelijk licht beschaduwd
Herkomst: midden Verenigde Staten groei daar onder meer als zoom langs bosranden, verder in grasland en op prairies.
Toepassing: tuinen, prairiebeplantingen; zo door zijn dichte groeiwijze mogelijk ook geschikt zijn voor toepassingen in openbaar groen.
Beheer: als vaste plant beheren.
Wilde solitaire bijen: Niet waargenomen
Dracht: nectar en stuifmeel. Indicatie voor dracht: code 5 (op kort afstand van bijenstal waargenomen)
 
Een volgroeide plant plant: er zijn geen jonge blaadjes meer
 
Volgroeid blad
 
Bloeiwijze een schijnkrans
 
Honingbijen
 
Honingbijen
 
Honingbijen
 
Honingbijen