Gele helmbloem - Pseudofumaria lutea
Papaverfamilie - Papaveraceae; voorheen Duivekervelfamilie- Fumariaceae |
Bijenplant), hommelplant, drachtplant. |
|
Een overblijvende (vaste) plant |
Bloeiperiode: mei-oktober |
Bloem: geel, kort gespoord, bloeiwijze een tros |
Blad: bladeren gesteeld, dubbel geveerd; bladstelen van boven vlak en zonder duidelijke vleugelranden |
Vrucht: een doosvrucht |
Hoogte: 0,15-0,35 m |
|
|
|
|
|
|
|
Milieu en groeiplaats: steenachtige plaatsen; op oude muren van gebouwen, beken en grachten, kaden, tuinmuren, stadswallen, spoorwegterreinen en plaveisel; verder ook op iets vochtige, matigvoedselrijk bodems in tuinen en stedelijke beplantingen; halfschaduw. |
Verspreiding in Nederland: vrij zeldzaam in Zuid-Limburg; in verschillende gemeenten vrij talrijk; vaak verwilderd in stedelijk gebied. |
Toepassing: tuinen, tegel-, gevel-, rotstuinen. in tuinen tamelijk reproductief en worden grote bossige planten op voedselrijke grond. |
Beheer: te veel schaduw door bomen voorkomen. wettelijk beschermde plant. |
Wilde solitaire bijen: |
|
Gehoornde metselbij |
Osmia cornuta |
|
|
Dracht: nectar en stuifmeel. Indicatie voor dracht: code 1. |
|
Planten gele muurbloem (bron :Flora Batava, Jan Kops en F. W. van Eeden. Deel 15 (1877)) |
|
|
Planten gele muurbloem (bron: Deutschlands Flora in Abbildungen.Johann Georg Sturm) |
|
|
|
Bloeiwijze gele muurbloem (Bron rechts: British moths and their transformations. Volume II (1845) |
|
|
Bloem kort gespoord |
|
|
Doosvrucht |
|
|
Plant in tegeltuin |
|
|
De Geul in Valkenburg |
|
|
Honingbijen |
|
|