Stengelloze sleutelbloem - Primula vulgaris
Sleutelbloemfamilie - Primulaceae |
Bijenplant, hommelplant |
|
Een overblijvende plant |
Bloeiperiode: maart - mei |
Bloem: licht geel tot wit; meestal oranje met vlekken in de keel; bloemen afzonderlijk gesteeld. |
Blad: geleidelijk in de steel versmald |
Vrucht: doosvrucht |
Hoogte: 0.1-0,15 m |
|
|
|
|
|
|
|
|
Milieu en groeiplaats: vrij droge tot vochtige, matig voedselrijke, zwak zure minerale grond; licht beschaduwd; loofbos, hakhout, houtwallen en struwelen, klippen. |
Verspreiding in Nederland: Zeldzaam |
Toepassing: tuinen |
Beheer: grasland open houden door een keer per jaar te maaien. lichtregulatie in beplantingen |
Wilde solitaire bijen: |
|
Gewone sachembij |
Athophora plumipes |
|
|
|
Plaat - (Bron plaat: Flora Batavia Jan Kops et al.) |
|
|
Plaat (Bron; Flora Danica, Georg Christian Oeder et al. (1761-1883) |
|
|
Bloem |
|
|
Plant in grasland |
|
|
Vegetatie in een stadsbeplanting |
|
|
Stengelloze sleutelbloem in een droog schraal grasland (Holypark Vlaardingen 2012) |
|
|